"Hopelijk moeten we na de verkiezingen geen ‘scild ende vriend’ zeggen wanneer we de stad binnen willen"

Waar stoor ik mij aan op de baan?  Vanalles.

Dat we een circulatieplan krijgen bijvoorbeeld. Je kan dan niet meer van alle kanten het centrum in.

Nee, het wordt zoals in de Middeleeuwen, nog vijf poorten van waar je het centrum in kan. Hopelijk moeten we na de verkiezingen geen ‘scild ende vriend’ zeggen wanneer we de stad binnen willen. Of dat er naast het plan ook nieuwe parkeermeters staan in Gent. Tot in de buitenwijken moet je nu betalen om je auto te parkeren. Zelfs op plekken die vroeger gebruikt werden om zich van daaruit met het openbaar vervoer of per fiets naar het centrum te begeven. Twee voorbeelden: het Van Beverenplein en de grote bocht aan de Watersportbaan.

Maar wat me al jarenlang frustreert, zijn de files op de kleine ring rond Gent, de R40.

Als je tijdens de spits van de westelijke kant, waar ik woon, naar de oostelijke kant moet, is de spits al voorbij tegen de tijd dat je daar aankomt. De verkeerslichten zouden op elkaar afgestemd moeten zijn. Er wordt wel al jaren over gesproken, zoals er over alles in Vlaanderen wat met wegeninfrastructuur te maken heeft er jaren wordt over gesproken voor men er iets aan doet.

Hoe het komt dat in deze tijden van technologische vooruitgang het nog altijd niet mogelijk is om in Gent de verkeerslichten enigszins op elkaar af te stemmen? Joost mag het weten.

Met vriendelijke groeten,

Alain Haeck