Dat is de vraag waarover de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zich van 16 tot 24 mei buigt. Sinds 1977 heeft niemand de pokken via 'natuurlijke besmetting' opgelopen, daarmee is het pokkenvirus (Variola major) het eerste kwalijke virus dat door de wetenschap volledig is uitgeroeid. De laatste monsters zitten veilig opgeborgen in labo's in Atlanta en in Siberië in de streek van Novosibirsk.
Sinds de jaren '80 woedt de discussie of men die moet bewaren of vernietigen. Voorstanders van vernietiging (vooral Azië, Afrika en het Midden-Oosten) vinden dat de werelgemeenschap daarmee een belangrijk politiek signaal zou geven. Wie het virus daarna nog bezit maakt zich schuldig aan misdaden tegen de mensheid. Nog een voordeel: zonder virusstalen kan de ziekte niet meer abusievelijk opduiken.
De Russen en de Amerikanen - die tijdens de Koude Oorlog flink geïnvesteerd hebben in onderzoek naar toepassing van het virus als biologisch wapen - zijn ook wel voor vernietiging. Maar nog niet nu. Terroristen zouden er zich wel eens van kunnen bedienen, en zonder het levende virus kunnen we ons niet goed meer tegen de pokken wapenen.
Tiens. Is het levend virus nodig om vaccins aan te maken? En kunnen we er echt absoluut zeker van zijn dat het nergens meer in de natuur voorkomt?
Lees en beluister ook:
-
Genezing van hiv-infectie mogelijk?
-
"Als je zelf net besmet bent, ben je extra besmettelijk"
-
Wetenschapsjournaliste klopt Jonathan Franzen en Stieg Larsson
-
Wat doen we met de ongebruikte vaccins?
-
Hoe zou het zijn met de strijd tegen de malaria?
-
Hoe zou het zijn met het H1N5-virus?
- Het mysterie van Aids-immuniteit opgelost?
-
Bestaat de pest nog?
- Waar komt het HIV-virus vandaan? En waarom duiken er geen nieuwe varianten meer op?