Ga naar hoofdinhoud

Luister Live

Programma's

Select

Podcasts

Alles begint bij luisteren

ontbreekwoordenboek

Radio 1 Sessies

album van de week

classic album van de week

Van Roy Orbison tot Ramones

ma 7 nov. - 4:49

Elvis Presley

61. Roy Orbison: Blue Bayou

In 1956 stuurde Roy Orbison een opname van ‘Ooby Dooby’ naar Sam Phillips van Sun Studios. Hoewel hij meteen een contract kreeg, trad The Big O nooit uit de schaduw van zijn veel flamboyantere labelgenoten Elvis Presley,  Jerry Lee Lewis en Carl Perkins. Pas toen hij overstapte naar een andere platenfirma en in plaats van springerige rockabilly melodramatische ballads begon te zingen, werd hij een echte ster. Songs als ‘Only the Lonely’, ‘In Dreams’, ‘Running Scared’ en het fraaie ‘Blue Bayou’ pasten perfect bij zijn weemoedige stem. Zoals bij de meeste rockers van zijn generatie raakte zijn carrière in het slop met de komst van The Beatles. In 1988 maakte hij echter een comeback aan de zijde van o.a. Bob Dylan en George Harrison in het hobbyclubje The Traveling Wilburys. Datzelfde jaar werd hij echter geveld door een hartaanval.

 

62. Charlie Parker: I Get a Kick Out Of You

Altsaxofonist Charlie Parker werd slechts 34 en toch groeide hij uit tot een sleutelfiguur van de jazzgeschiedenis. Door de manier waarop hij een compositie uitkleedde en een melodie naar zijn hand zette werd Bird een van de grondleggers van de bebop. Buitensporig drank- en druggebruik werden hem echter fataal. ‘I Get a Kick Out Of You’ is een compositie van Cole Porter.

 

63. Dolly Parton: Jolene

Ooit ergens gelezen: “Dolly Parton heeft twee enorme talenten: een linker en een rechter.” Flauw, want de countryster is zoveel meer dan een zware boezem. Eerst en vooral een geweldige zangeres, maar ook een getalenteerde songschrijfster. Alleen al dankzij liedjes als ‘I Will Always Love You’ (een wereldhit voor Whitney Houston), ‘9 To 5’ (uit de gelijknamige film) en ‘Jolene’ (ook bekend van The White Stripes) zou ze rustig kunnen rentenieren, maar daar heeft de kwieke zeventigjarige geen zin in, want momenteel maakt ze een lange tournee door de States en Canada.
 

64. Elvis Presley: That’s All Right

‘That’s All Right’ is de eerste Sun-single van Elvis Presley. Oorspronkelijk was het een snelle countryblues die Elvis kende van Arthur Crudup, een zwarte artiest uit Mississippi. Tijdens de pauze van een opnamesessie, waarbij hij wat ballads zou zingen, begon Elvis te improviseren met de song van Crudup. Labelbaas Sam Phillips spitste de oren en was zo onder de indruk dat hij stiekem teken deed naar gitarist Scotty Moore en bassist Bill Black om in te vallen. Het resultaat was verbluffend en Phillips besefte direct dat hij met de heupwiegende vetkuif goud in handen had. Het gebeurde allemaal op 5 juli 1954, volgens de velen de dag waarop de rock-‘n-roll geboren werd. 

 

65. Prince: Controversy

Eigenzinnig, vernieuwend, enorm getalenteerd, veelzijdig, charismatisch, … We komen adjectieven te kort om Prince te omschrijven. Hij kon alles en leek zowat alle vernieuwers uit de zwarte muziekgeschiedenis in zich verenigd te hebben. Zelfs in zijn stem scholen verschillende persoonlijkheden en als hij zijn gitaar deed janken, speelde hij iedereen naar huis. Hij wilde grenzen verleggen en deinsde er niet voor terug om zijn middelvinger te tonen aan platenbonzen, want hij wou de totale controle over zijn werk. ‘Controversy’ is een reactie op alle geruchten die over hem de ronde deden. Zo zingt hij: “Am I black or white? Am I straight or gay? (…) Do I believe in God?” Dat hij in het midden van de song het ‘Onze vader’ reciteerde werd door velen als heiligschennend ervaren. 

 

66. Public Enemy: Fight the Power

Public Enemy, het New Yorkse hiphopcollectief, is bekend om zijn maatschappijkritische teksten waarin ze het blanke establishment en alledaags racisme op de korrel nemen. Op de albumversie van ‘Fight the Power’ gebruiken ze niet minder dan 15 samples. Ze kennen duidelijk hun klassiekers, want zowel James Brown (‘Funky Drummer), Bob Marley (‘I Shot the Sheriff’), Sly & the Family Stone en zelfs Uriah Heep passeren de revue.
 

67. R.E.M.: Losing My Religion

In de jaren ’80 was R.E.M. een alternatieve rockgroep. Toen in 1991 het album ‘Out Of Time’ verscheen, was de respons zo groot dat de cultband internationaal doorbrak en plots enorme stadions vulde. De eerste single uit die plaat was ‘Losing My Religion’, voortgestuwd door een mandoline riff. Het succes overtrof alle verwachtingen. De groep zelf had er immers niet echt veel vertrouwen in. De kiem voor het nummer werd gelegd toen gitarist Peter Buck aan het oefenen was op een mandoline die hij net gekocht had. Toen hij de dag daarop luisterde naar zijn probeersels, haalde hij er een klein fragmentje uit dat hij wel leuk vond om in een song te verwerken. Een toevalstreffer dus!

 

68. Bonnie Raitt: I Can’t Make You Love Me

Een van de mooiste songs van Bonnie Raitt, niet alleen een zangeres buiten categorie, maar ook een geweldige slide gitariste. De inspiratie voor ‘I Can’t Make You Love Me’ vond tekstschrijver Mike Reid in een krantenartikel. Een jongen had zich een stuk in zijn kraag gedronken, ging volledig uit de bol en begon te schieten op de auto van het meisje dat hem gedumpt had. Toen de rechter hem vroeg wat hij geleerd had uit het incident, antwoordde de jongeman: “Ik heb ondervonden dat je een meisje niet kunt dwingen om van je te houden.” Zodra de tekst af was, schreef Reids vriend Allen Shamblin er een ballade rond, geïnspireerd door Ierse muziek. De song moest gezongen worden door een vrouw, vonden ze en daarbij dachten ze meteen aan Bonnie Raitt. Die moest er niet lang over nadenken en zette het nummer prompt op de cd ‘Luck Of the Draw’. Live is het nog altijd een van de hoogtepunten op haar setlist.
 

69. Ramones: Rock ‘n’ Roll High School

1-2-3-4! Rock and Roll is here to stay. De vier Ramones helaas niet.

 

70. Red Hot Chili Peppers: Under the Bridge

De brug uit de titel bevindt zich in Los Angeles. Daar probeerde Anthony Kiedis van Red Hot Chili Peppers aan een shot te komen. Hij riskeerde er zelfs zijn leven voor, want om het vertrouwen van de jonge dealers te winnen, beweerde hij dat hij het vriendje was van de zuster van een bendelid. Kiedis schreef ‘Under the Bridge’ toen hij al twee jaar geen drugs meer nam maar de rest van de band er nog altijd vrolijk op los snoof en spoot. Het is een song waarin hij zijn eenzaamheid en frustratie uitschreeuwt, een liedje ook waarin hij L.A. zijn enige vriend noemt: “Sometimes I feel like my only friend is the city I live in, the City of Angels. Lonely as I am, together we cry”.

 

Lees ook:

Blijf op de hoogte

Ontdek de beste podcasttips, beluister het meest recente nieuws en doe mee aan exclusieve acties.

Volg ons op
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Jobs

Privacy

Gebruiksvoorwaarden

Heb je een vraag?

Contact

Wedstrijdreglement

Logo UitInVlaanderenLogo Cim Internet