2009 Getty Images

50 jaar Woodstock: Dag 2, we zien elkaar allemaal heel graag

Exact een halve eeuw geleden, op 16 augustus 1969, was het festival van Woodstock aan zijn tweede dag toe. Na een moeizame start speelde het hondenweer de 400.000 aanwezigen parten. Dankzij de regen hield iedereen het hoofd wel koel en waren er verrassend weinig incidenten. Deel twee van ons onderzoek waarom Woodstock ondanks alles de geschiedenis inging als het meest legendarische muziekfestival van de 20e eeuw.   

Dag 1 was geëindigd met een "welgemeende fuck you" van Country Joe McDonald. Dag 2, zaterdag 16 augustus 1969, begon een half uur later al. Dag en nacht liepen vrolijk en naadloos door elkaar. Voor veel aanwezigen was het allicht één lange trip of roes. 

Van 's ochtends vroeg tot de volgende morgen sloten de optredens relatief goed op elkaar aan, de wachttijden tussenin bleven beperkt tot gemiddeld een half uur. De concerten duurden van net geen half tot ruim anderhalf uur. Tussendoor waren er voortdurend aankondigingen, waarschuwingen, boodschappen over verloren gelopen kinderen en gevonden voorwerpen, en tegen drugs van slechte kwaliteit.   

(lees telkens verder onder de foto's aub)

1969 AP

De jonkies van Santana

Ergens moeten we de streep trekken, laten we aannemen dat dag 2 echt op gang kwam met Santana. De 20-jarige percussionist Michael Shrieve was de allerjongste op het podium. Voor de Latinogroep die in 3 jaar tijd een paar nauwelijks opgemerkte platen had opgenomen, betekende Woodstock de grote doorbraak. De drumsolo van Michael Shrieve op "Soul sacrifice" speelde daarbij een belangrijke rol.

Na Santana dreigde er een gat te vallen. John Sebastian was als toeschouwer naar Woodstock gekomen en liet zich overhalen om snel na Santana een korte akoestische set te brengen. Drie kwartier na Sebastian stond de nu totaal vergeten Keef Hartley Band op het podium, gevolgd door The Incredible String Band, Canned Heat, Mountain en Grateful Dead. De groep van Jerry Garcia had met anderhalf uur het langste optreden die dag. Oververhitte toestellen en andere technische problemen verhinderden dat hun set nog langer duurde. 

Swamprock kondigt modderstromen aan

Creedence Clearwater Revival, de groep van de broers Fogerty, gaf een stevige maar niet perfecte prestatie, maar was te horen noch te zien op plaat noch film. De manager vreesde dat hun onvolmaakte act en meer nog hun simpele aanwezigheid op een hippiefestival de faam en naam van CCR, toen een van de populairste bands uit het diepe zuiden, zou schaden. Daar hadden ze later bitter spijt van. Maar op de laatste versie van de intussen tot vijf uur aangegroeide film van een paar jaar geleden figureren ze wel, ook op de cd's en dvd's, en alles klinkt prima. 

Dag 2 werd afgerond met enkele sterke namen: Janis Joplin (hierboven te horen met "Try"), Sly and the Family Stone en The Who. The Who bracht (slordige) versies van nummers uit hun net voltooide rockmusical "Tommy", die aantoonde dat de groep van Pete Townsend na de mod-periode een nieuwe weg had gekozen met maatschappelijk relevante conceptmuziek. Na "Tommy" en Woodstock was Roger Daltrey tot zijn eigen verbazing een superster.

Videospeler inladen...

De affiche van Woodstock was heel gevarieerd: van wereldmuziek met Ravi Shankar op dag 1, latin met Santana, onafgebroken veel folk en country, soms wat blues en soul tot pure rock 'n roll op dagen 2 tot 4. Veel gekleurde mensen op het podium, relatief veel minder op de wei. Van homoseksualiteit viel nergens een spoor te bekennen, hoewel er nog maar enkele weken daarvoor rellen waren uitgebroken in de Stonewall Inn, de New-Yorkse homokroeg, waar de politie keihard optrad, volgens velen een beslissend ogenblik in de holebi-emancipatiebeweging.

AP1969

Eén Belg, en dan nog backstage

Tien jaar geleden ging Radio 1 intensief op zoek naar Belgen die Woodstock hadden bijgewoond. Ze vonden er welgeteld één: Kempenaar Walter van den Bosch, later dokter in Sluis in Nederland waar zijn zoon de praktijk nu verderzet. Walter overleed drie jaar geleden. In 1969, als prille dertiger in Antwerpen, leerde hij een Amerikaanse toerist kennen die hij een paar dagen lang het beste van Vlaanderen toonde. Dankbaar om zoveel vriendelijkheid nodigde de Amerikaan Walter uit naar een festival in de staat New York, waar hij achter de schermen aan meewerkte.  

Hoewel Walter van den Bosch geen belangstelling had voor rock of folk en hij maar een paar namen op de affiche kende, hapte hij toe. Later bezocht hij nooit meer een festival of groot concert en alle souvenirs raakte hij kwijt. Hij beleefde de vier dagen, maar dan wel backstage, waar de chaos minder hard aankwam.  Omdat hij de groepen niet kende, ging hij heel onbevangen met hen om. Zo ging hij eten met Joe Cocker en Jimi Hendrix, en had, niet gehinderd door enig ontzag, een ontspannen babbel met hen. "Het was voorbij", besloot hij nogal profetisch zijn getuigenis. 

Na een tijd had ik wel door dat ik getuige was van een historische gebeurtenis, van een evenement buiten categorie
Walter van den Bosch, enige Belg op Woodstock

Op het podium en in de wei waren er weinig Europeanen. Het leeuwendeel van de artiesten was Amerikaans. De enkele Engelse acts brachten een paar honderd fans mee. Naar de Verenigde Staten reizen was toen voor Europese jongeren helemaal niet evident. Een Sabena-ticket naar New York kostte ruim 2 maandlonen en lagekostenluchtvaartmaatschappijen bestonden niet. Woodstock had ook geen campagne gevoerd in Europa.    

1969 AP

Een bucolisch feest

Wie alleen dag/nacht 2 zou hebben gevolgd, zou zich Woodstock herinneren als een rustig, vreedzaam, soms zelfs spiritueel festival. Er werden drugs gebruikt, zeker, maar dan vooral marihuana en andere softe middelen. De meeste naaktscènes in de film zijn opgenomen op dag 2, toen de zon af en toe scheen. Die beelden hebben van Woodstock tegelijk de afsluiter van een periode EN de gangmaker van een nieuw tijdperk gemaakt, dat van de grote commerciële maar socio-politiek neutrale rockfestivals. Met enige overdrijving: zonder dag 2 van Woodstock geen Werchter of Pukkelpop. 

Er vielen helaas drie doden te betreuren op Woodstock: iemand stierf aan een overdosis, een andere aan een medisch probleem dat niets met het festival te maken had en een derde in een ongeval met een tractor. Er waren vier miskramen. Twee baby's zagen het levenslicht. En om een huizenhoog cliché te gebruiken: niemand weet hoeveel kinderen op de weide zijn verwekt...

Hey, kijk naar de man naast je, hij is je brother

John Morris, omroeper van het festival

Financieel zag het er op dag 2 allesbehalve rooskleurig uit. Vele tienduizenden hadden geen ticket gekocht, er waren geen inkomsten uit catering en merchandising, de artiesten of beter hun managers hadden al iets in het snotje en eisten boter bij de vis. Gelukkig waren de organisatoren, gemiddelde leeftijd tussen de 25 en 30, van rijke komaf. Op zich konden ze tegen een duw. Hoe de film en de plaatopnames Woodstock hebben gered leest u in de bijdrage over dag 3.

Meest gelezen