50 jaar Woodstock: dag 3, of hoe in de vruchtbare modder een legende kiemde

Zondag 17 augustus 1969 had het orgelpunt moeten zijn van het Woodstockfestival. Rond acht uur ‘s ochtends begon het met een keurig concert van Jefferson Airplane, met de mooie en prima bij stem zijnde Grace Slick. Door de regen viel na de Airplanes alles een tijd stil om de apparatuur te beschermen tegen het water. Toen het opklaarde, gaf Joe Cocker met zijn Grease Band een van de vettigste optredens van het hele gebeuren. Kwam het door zijn spastische bewegingen, zijn hemelhoge alcoholpegel of zijn krachtige rochelende stemgeluid, na Cocker barstte een bijzonder zwaar onweer los. Forse rukwinden en een zwiepende regen toverden de weide om in een soort inferno. In de vruchtbare modder kiemde een legende. 

Een positief gevolg was dat de storm en de chaos eindelijk de pers naar het festival lokten. Tot halfweg het gebeuren waren er nauwelijks journalisten en fotografen op Woodstock, er verscheen weinig tot niets in de media, en als het al gebeurde ging het over de verkeersproblemen of over vermeende ontucht. Alleen de lokale radiostations vonden het een buitenkans om eens iets speciaals te doen. Maar op 17 augustus begon een aantal hoofd- en eindredacteurs zich blijkbaar af te vragen hoe het de enorme mensenmassa daar verging in die helse omstandigheden. Enkele foto's en filmbeelden haalden eerst de plaatselijke, met wat vertraging ook de nationale kranten, en televisiestations. 

AP1969

Het leek op een schilderij van een scene uit de Divina Commedia van Dante, in elkaar gekronkelde slapende lichamen uit de hel, bedekt met modder 

John Fogerty, CCR

Life Magazine leefde nog

Een maand na het festival bracht het toen nog toonaangevende populaire tijdschrift Life in al zijn edities een bladzijdenlange, weelderig geïllustreerde reportage over Woodstock. Zoals meestal bij Life was het een bijdrage van freelancefotografen, in dit geval John Dominis en Bill Eppridge. Die hebben blijkbaar ook de korte tekstjes geschreven. Opvallend: het ging zo goed als alleen over het publiek, voor en tijdens en na de storm, en over de bergen troep na het festival. De muziek kwam helemaal niet aan bod, en ook over de politieke en sociale betekenis van het festival zo goed als geen woord. De teneur van het artikel was erg positief,  "drie dagen van love and peace". Met vreugde stelde de auteur vast dat er ondanks alle ellende en grenzeloze verveling tijdens het eeuwige schuilen en wachten niet één vechtpartij, handgemeen of gewelddadig incident werd gerapporteerd. Life, van de Time-Warner groep, was een liberaal en kritisch blad. Eerder in 1969 hadden ze tientallen foto's gepubliceerd van Amerikaanse soldaten die gedurende één week waren gesneuveld in Vietnam. Faut le faire in die tijd!  

AP1969

Zeg, als we nu eens allemaal samen heel hard gaan nadenken, zouden we dan de regen niet kunnen verdrijven? 

John Morris, festival-omroeper

Humo wachtte tot juni 1970, na verschijnen van film en plaat, om over Woodstock te reppen, dan wel in 2 nummers na elkaar, uitgebreid en enthousiast. Toen net hoofdredacteur Guy Mortier herinnert zich dat in augustus 1969 Woodstock helemaal geen nieuws was. Humo had toen de handen helemaal vol met Bilzen en Wight waar trouwens 2000 journalisten zaten. En waar Michel Delpech "Wight is Wight" over zong.  

AP1969

Mij krijgt de regen niet klein

Na Joe Cocker en zijn Friends lag het festival 3 volle uren plat. Om half 7 's avonds klom Country Joe voor de tweede keer op het podium, nu met zijn groep The Fish. Om kwart over 8 denderden de Britse bluesrockers Alvin Lee en Ten Years After over de scene. Hun "Going Home" was voor velen op de doorsopte weide het sein om inderdaad aan vertrekken te denken. Daarna kwamen nog The Band en Johnny en Edgar Winter. Het was één uur ‘s nachts toen de witharige albino broers hun gitaren losgespten.  De massale uittocht kwam op gang. Het schijnt dat sommige bezoekers maar weken later thuis opdaagden.   

De mythische Woodstockfilm

Met de uitgave van de film in maart 1970 en met de platenbox (3 lp's in mei 1970 en in 1971 nog eens 2 er bovenop) kreeg de Woodstockmythe vorm. Voor het eerst was een film- en klankploeg erin geslaagd om een festival boeiend en kwalitatief hoogstaand op te nemen. Het toen noodlijdende Warner had tientallen cameralui en geluidstechnici op het festival losgelaten. Ze waren overal: backstage, vooraan in het publiek, elders op de weide en in de periferie van het gebeuren. Die vooral jonge mensen, velen nog filmstudent, werkten aanvankelijk gratis; ze zouden betaald worden als de film en de platen winst opbrachten. Verdraaid, dat deden ze. Uiteindelijk redde de film zelfs de filmmaatschappij en de organisatoren van de financiële strop. "Woodstock" won een Oscar in de afdeling documentaire. 

martin scorsese

Als jonge linkse langharige cineast was Michael Wadleigh zelf heel erg geïnteresseerd in het gebeuren. Hij had twee formidabele monteurs: de ervaren Thelma Schoonmaker en de jonge veelbelovende Martin Scorsese. Om de drie uur lange film boeiend te houden opteerden ze voor splitscreens. Heel vaak zijn gebeurtenissen tegelijk vanuit twee of meer hoeken te zien. De klank was fenomenaal: nooit eerder hadden er zulke krachtige versterkers en boxen op een festival gestaan. Ook de lichtinstallatie was ongezien. Al gebiedt de eerlijkheid te melden dat er in de montagestudio fors werd gemixt en gefoefeld om alles zo zuiver uit de luidsprekers van bij voorbeeld Cinema De Keizer in Lichtervelde te laten galmen. Dat ziet u in het filmpje hieronder met beelden van de enthousiaste montage van "Going Home" van Ten Years After.  

Een politiek manifest

In 1970 waren de platenbox en de film een onmiddellijk mega-succes. Omdat er toen minder kopieën werden gemaakt, duurde het lang voor de film alle zalen in ons land bereikte, in sommige uithoeken kregen de fans maar begin 1973 "Woodstock" in hun wijkbioscoop te zien. Toen toerde de versie op 16 mm al onafgebroken langs jeugdclubs en parochiezalen. Tussen 1970 en nu kwam er af en toe een geremasterde of uitgebreide versie uit.  Zo kon elke generatie Woodstock ontdekken en waarderen.

Videospeler inladen...

Maar naast de technische hoogstandjes verklaart ook de politieke boodschap het succes, zeker rond 1970 toen nog veel soixante-huitards, hippies, langharig werkschuw tuig en andere naïeve pacifisten op aarde rondliepen. In een interview met de filmman van de VRT, de onvolprezen Roland Lommé, gaf Michael Wadleigh grif toe dat het hem om de linkse pacifistische boodschap te doen was en dat hij om dat te bereiken enige demagogie niet schuwde (filmpje hierboven).

Elke groep die een kritisch nummer of een song tegen de oorlog in Vietnam bracht, kwam geheid op pellicule en dus op vinyl. Met als hoogtepunt de geniale combinatie van een patriottische hymne en een striemende politieke aanklacht van Jimi Hendrix. Het publiek kreeg niet helemaal terecht de indruk dat Woodstock een feest van linkse vredesactivisten en anarchisten was, een soort manifestatie voor een betere wereld, waarin muziek en vrije liefde de mensheid zouden redden. Mogelijk blijft die boodschap in elke generatie toch genoeg jongeren opnieuw boeien en overtuigen.   

(Lees verder aub onder de video van "The star spangled banner" van Jimi Hendrix.)

Woodstock was een genster van schoonheid, waar 400.000 jongeren ervaarden dat ze deel uitmaakten van een groter geheel 

Joni Mitchell

Hoewel ze er zelf niet optrad, componeerde Joni Mitchell hét Woodstock-lied, dat gewoon "Woodstock" heette. Ook Crosby, Stills, Nash & Young, die op Woodstock voor het eerst samen hadden opgetreden, namen het op. Melanie componeerde later een liedje dat naar de regen op het festival verwees: "Lay down, candles in the rain". Vanaf de jaren 90 tot vandaag verschenen er af en toe nieuwe cd's, soms ook met het optreden van maar één band of artiest. Striptekenaar Charles M. Schulz noemde het witte vogeltje uit zijn reeks Peanuts "Woodstock". De originele affiche toonde immers een witte vredesduif op een gitaarsteel. (Lees verder aub onder de affiche.)

Tranen in de ogen

Wadleigh, Scorcese en Schoonmaker hebben een tijdloos document gemaakt dat niet alleen door de techniek, maar ook door de empathie met het onderwerp overleeft. 50 jaar later zijn heel wat optredende artiesten en veel toeschouwers niet meer onder ons. De overlevenden zijn oud. Maar dankzij de film blijven ze eeuwig mooi en jong, pril en naïef, vol ontroerend goede bedoelingen, liefde, spiritualiteit, humor, creativiteit. De veelbesproken naaktscenes lijken anno 2019 vooral braaf, lieflijk en onschuldig. Alsof die mooie jongens en meisjes en aardige jonge mannen en vrouwen, en hun kinderen, die een bad namen in een vijver niet alleen de modder maar vooral het kwaad en de erfzonde van zich afspoelden. In werkelijkheid wasten ze hun jeugd en hun tijdperk weg...

Videospeler inladen...

Meest gelezen