De toestand is hopeloos maar niet ernstig
“Als het beeld bevriest moet je niet klagen over de film die stilstaat, maar genieten van de foto die je krijgt”
zo 25 apr. - 7:58
U mag mij een medaille opspelden. Deze winter was ik wekenlang de quarantaine-kampioen van de wereld. Alleen drie Amerikanen en een Japanner deden beter. Maar die zweefden in een baan rond de aarde. Dus die tellen niet mee. Ikzelf had mij hoog op een berg diep in een vallei ver in de Alpen in een berghut afgezonderd van de wereld. Ik was niet op de vlucht voor het virus, maar lag in de armen van mijn jongensdroom.
In de jaren tachtig zag ik een Zwitserse film over een boerengezin dat op een Alpenweide overwinterde. Höhenfeuer. De film ademde de sfeer uit die we het voorbije jaar met z'n allen hebben beleefd. Het slaperige van de afzondering, het drukkende van de gevangenschap, de tragiek van het dal dat zichtbaar blijft maar onbereikbaar is.
Sinds die film wilde ik mij eens laten insneeuwen, me onderwerpen aan de winter, komaf maken met mijn eeuwige vluchten voor de sleur. Ik zou moeten aanvaarden wat de natuur me wilde leren en wachten tot die daar klaar mee was.
U mag mij een tweede medaille opspelden. Als ondernemer ben ik de meest fantastische mislukkeling die er is. Om slim zaken te doen laten mijn vrouw en ik ons te dwaas leiden door de liefde. Vorig jaar vielen wij als een blok voor een vervallen kazerne van de Italiaanse douane, het laatste bastion op een smokkelroute naar Zwitserland. Blind van lust kochten wij die hoop stenen, zonder na te denken en zonder na te tellen, zonder te weten zelfs wat we ermee zouden doen.
Het enige wat ik wist was dat ik er wilde overwinteren. Dat avontuur werd straffer dan mijn wildste verlangen. In geen decennia viel zoveel sneeuw. Het bergpad naar de Rifugio, dat in goede tijden al een eindeloze folterweg is, werd onberijdbaar. Het laatste eind bergop moest ik te voet door de heuphoge sneeuw ploegen, met een voorraad voor weken op mijn rug en met longen die elk moment konden knappen in een fontein van bloed. Een krakkemikkige turbine leverde me er elektriciteit maar om de paar dagen moest ik tegen een bevroren bergwand aan klimmen om hoog in een smalle rotskloof de watertoevoer vrij van ijs te hakken. Ik leefde in een helse versie van het paradijs.
Maar mijn grootste obstakel was het internet. Slechts druppelsgewijs kon ik wat bits en bytes uit het dal sleuren.
Na een aantal weken kwam mijn vrouw bij me omdat ik anders van honger zou zijn omgekomen.
Het haardvuur brandde. De honden lagen elk op hun deken. Mijn vrouw kookte op de houtkachel. De bouwstenen voor menselijk geluk lagen perfect gestapeld.
Toen wilde ik haar een documentaire tonen. Een documentaire over de Bee Gees die ik u ook aanbevelen wil.
Maar om de haverklap bevroor het beeld. Dan staarden we naar een scherm waarop de drie broers Gibb midden een discodansje stokstijf bleven staan of midden een song een minuut stilte hielden.
Ik ergerde me kapot.
'Aaargh! Komaan internet! Jezus Christ!', riep ik.
'Wind je niet op', suste mijn vrouw.
'Ik wind me niet op, jij windt je op en het internet hier is kut!'
Ik bleef maar zagen en zeuren.
En toen zei mijn vrouw: 'Elke keer het beeld bevriest moet je maar doen alsof je naar een foto kijkt.'
Ze had een van de rijkste zinnen ooit gezegd.
Als het beeld bevriest moet je niet klagen over de film die stilstaat, maar genieten van de foto die je krijgt.
De metaforen liggen voor het grijpen. De sneeuw viel en ik genoot van mijn gevangenschap, het internet haperde en mijn vrouw bewonderde het stilstaand beeld, er kwam een virus en we hebben elk in onze berghut moeten aanvaarden wat de natuur ons wilde leren en wachten tot die daar klaar mee was.
Niet vechten tegen wat we niet kunnen veranderen. Niet klagen over wat we beter kunnen aanvaarden.
En kijk, beste mensen, rond onze berghut en in de wereld is de sneeuw nu snel aan het smelten. Binnenkort kunnen we met z'n allen weer naar het dal.
Laten wij er ons nog even bij neerleggen dat het internet van de wereld soms hapert. Op een dag zullen we verlangen naar dat jaar dat de film van ons leven bevroor en het jammer vinden dat we toen niet van het stilstaand beeld hebben genoten.
En nu u toch medailles aan het uitdelen bent, speld dan maar eentje op de borst van Italië. Gisteren immers legde mijn vrouw, een jonge zestiger, online en in een vingerknip de afspraak vast voor haar vaccin. Binnenkort nu drukken we met z'n allen de startknop van ons leven opnieuw in. Hoera.
Ontdek ook de andere columns uit deze uitzending:
“Terwijl het hele land met een virus in de weer was, bestreed ik een rat in de groenbak”
"De keuzes die ik heb gemaakt in mijn leven zijn vaak meebepaald door de gebeurtenissen die ik ervaar als Zwarte vrouw"
“Etentjes met vrienden en familie bij ons thuis hebben ons door de lockdown geholpen”