We dachten lang dat aseksualiteit van een trauma of iets dergelijks kwam, maar dat weerlegt Van Houdenhove.
Als we mensen spreken die aseksueel zijn, vertellen die vaak dat ze eigenlijk al vanop jonge leeftijd het gevoel hebben dat ze anders zijn dan anderen.
Het moeilijke traject dat veel holebi's afleggen is ook voor aseksuelen herkenbaar volgens Van Houdenhove. "In het begin voelen ze zich vaak heel verward omdat ze voelen dat ze anders zijn dan anderen. Typisch voor aseksualiteit is ook dat ze zich met bijna niemand kunnen identificeren. Vaak gaan ze dan op het internet op zoek naar informatie. Daar vinden ze dan personen waarin ze zich wel duidelijk herkennen." Ze gelooft dan ook dat veel aseksuele mensen, net als bij de holebi's, nog in de kast zitten.
Desinteresse in seks
"Er is fysiek contact, maar dan zonder de seksuele component. Voor de meesten is er een soort verlangen naar fysieke intimiteit, bijvoorbeeld in de vorm van knuffelen. Ook kussen is voor sommigen nog aanvaardbaar." Is het dan angst of desinteresse? Volgens Ellen Van Houdenhove is het echt een totale desinteresse in seks.
Een kleine fractie heeft een afkeer tot seks, maar de meesten zijn simpelweg niet geïnteresseerd in seks.
Wel fysieke aantrekking
"Mannen kunnen bijvoorbeeld gewoon een erectie krijgen. Fysieke opwinding wil echter niet zeggen dat je je ook psychisch opgewonden voelt. Het lichaam reageert dus zonder dat de persoon psychisch mee voelt," zegt Van Houdenhove.
Bij heel veel aseksuelen merken we dat ze nog wel een romantische aantrekking ervaren.
"Ze kunnen bijvoorbeeld wel zeggen dat ze zich aangetrokken voelen tot een bepaald geslacht, maar niet op een seksuele manier.
De kern van aseksualiteit is het gebrek aan seksuele aantrekking.
Aseksuele kunnen interesse hebben, verliefd worden en een relatie wensen, maar de drang om seksuele daden te stellen ontbreekt en dat is de kern.
Problemen bij (a)seksuele koppels
Het klinkt bijna logisch, maar problemen doen zich vooral voor als een aseksueel iemand samen is met een niet aseksueel persoon. Van Houdenhove ziet bij die koppels een paar vragen terugkomen:
- Hoe gaan we seksualiteit invullen?
- Kan die überhaupt ingevuld worden of niet?
- Hoe gaan we daar als koppel mee om?