Uit cijfers van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) blijkt dat in ons land vorige maand 1.933 asielaanvragen werden ingediend. De top vijf van herkomstlanden blijft dezelfde als de voorgaande maanden: Afghanistan (12,6%) staat aan kop, gevolgd door Guinee (8,8 %), Irak (7,9 %), Kosovo (7,9 %) en Servië (5,5 %).
Vier van die herkomstlanden liggen voor de hand, om het zo te zeggen. Maar Guinee? Daar woedt voor zover wij weten geen oorlog. En toch zochten vorig jaar 1.398 Guinëers hun heil in ons land, en dit jaar al 513.
Uit internationaal onderzoek blijkt dan weer dat de meeste asielzoekers uit Guinee tot de etnische groep van de Peul (aka Peuhl, Fulani, Fulbe, Fula...) behoren. Zij vormen zo'n 40% van de Guinese bevolking.
In de Nederlanstalige Wikipedia lezen we dat de Peul het grootste nomadenvolk van West-Afrika zijn. De meeste peul zijn of waren herders . Ze dreven hun kudden van koeien, geiten en schapen over de uitgebreide droge vlakten van hun streek, waarbij ze zich min of meer afzijdig hielden van de lokale boerenbevolking. 'Ze kunnen lange tijd te voet op stap gaan met hun kudden'.
Wij kennen een Limburgse geitenboer die al menig Peulse stagiair geitenkaas heeft leren maken. En die in het kader van een Europees landbouwproject ook ginder gaan kijken is. Benieuwd wat hij van hén geleerd heeft.
