Touché
“De commercialisering heeft ook de jeugdliteratuur in haar greep”
zo 4 nov. - 4:02
Bart Moeyaert en Joke Van Leeuwen kennen elkaar goed. “Ik ben in 1983 gedebuteerd”, vertelt Moeyaert. “Joke was een van de schrijvers aan wie ik me spiegelde. Vroeger werd ik verlegen in het gezelschap van auteurs naar wie ik opkeek. Ik durfde dus ook tegen Joke niets te zeggen. Maar Luc Coorevits van Behoud De Begeerte zette ons samen op een podium. Dat was subliem, want Joke en ik delen het idee dat kinderboeken ook een volwaardige vorm van literatuur zijn. Joke heeft cabaretervaring, en ik leerde zoveel door naast haar te staan. Ik heb gezweet, en toch genoten.”
Maar ook Joke Van Leeuwen vond het geen straf om met Bart Moeyaert op te treden. “Ik zag snel: deze man heeft podiumtalent. Ooit ging er iets mis met mijn micro. Toen Bart dat zag begon hij meteen een geïmproviseerd dansje te doen. De zaal genoot, omdat de mensen zagen dat we samen zoveel plezier maakten, en ik ben dat dansje nooit vergeten.”
Aandacht
Joke Van Leeuwen viert dit jaar veertig schrijverschap, Moeyaert debuteerde in 1983. Als je hun vele prijzen en bekroningen naast elkaar zou zetten, dan heb je al een flinke kast nodig. Maar krijgt jeugdliteratuur wel de aandacht die ze verdient? “We moeten literatuur in zijn geheel blijven verdedigen, en dat is inderdaad een gevecht”, zegt Moeyaert. “Wij brengen iets dat tussen karton zit. Verhalen moeten wakker gemaakt worden, terwijl beeld en muziek recht naar je hersenen gaan”, verklaart hij. “Mensen moeten over een drempel om letters tot leven te denken.”
“De commercialisering heeft ook de kinderliteratuur in zijn greep”, vertelt Van Leeuwen. “Maar in Vlaanderen is de situatie wel nog beter dan in Nederland. Daar is men nog sterker in de ban van hypes, er is weinig tegenwicht. De Vlaamse kinderjury’s, bijvoorbeeld, lezen hier veel meer soorten boeken. De kinderjury in Nederland is meer een soort populariteitspoll van series die sowieso al vaak gelezen worden. Literatuur betekent voor mij dat er hart en ziel in zit, en niet alleen commercie. Dat is moeilijker geworden.”
Moeyaert beaamt dat: “Er zijn schitterende tijden geweest. Als jeugdboekenschrijver stak je de grens over zonder probleem: interviews, recensies… enzovoort. Maar nu stellen zowel Vlaanderen als Nederland zich verdedigend tegenover elkaar op. Dat is doodjammer. Want we kunnen veel van elkaar lezen.”