Interne Keuken
De moederboom
za 2 apr. - 0:43
Het is 1980. Suzanne Simard is twintig en is een van de eerste vrouwen die in dienst komt van het houthakkersbedrijf, een woeste, gevaarlijke bedrijfstak. Ze is houtvesters met de houtvesters en ze vindt het geweldig. De manier waarop Canadese houtvesters aan bosbouw doen is clearcutting: een hectarengroot terrein kaalkappen en de geoogste bomen vervangen door jonge zaailingen. Suzanne kapt kaal en zet nieuwe, jonge sparren in de plaats. Op rechte rijen, dat maakt het tellen en later het oogsten makkelijker.
Maar die zaailingen floreren niet echt. Vaak kwijnt een volledige aanplant weg, hoewel de plek voorheen vol gezonde bomen stond. Suzanne wil weten hoe dat komt. Ze graaft de jonge boompjes weer uit en merkt dat gezonde zaailingen een dik kluwen van schimmeldraden rond hun wortels hebben. Bij dode dorre zaailingen ontbreken die. Haar nieuwsgierigheid is gewekt: die schimmels, daar is iets mee.
Suzanne Simard gaat biologie studeren en wordt een van 's werelds befaamdste bomen- en bosonderzoekers. Ze voerde experimenten uit en legde bloot hoe bomen samenwerken. Ze kwam er achter dat de jonge aanplant na de kaalslag wegkwijnt omdat de moederboom ontbreekt: de oude woudreus die via een web van schimmeldraden voedsel en water doorgeeft aan jonge zaailingen. Redacteurs van Nature bedenken de term Wood Wide Web en sindsdien is Simard wereldberoemd.
Het boek dat ze daarover heeft geschreven is net vertaald: Op zoek naar de moederboom. Geerdt Magiels heeft het voor ons gelezen.