Ga naar hoofdinhoud

Luister Live

Programma's

Select

Podcasts

Alles begint bij luisteren

ontbreekwoordenboek

Radio 1 Sessies

album van de week

classic album van de week

De Wereld van Sofie

"De vleermuis heeft het sinds corona helemaal verkorven. Onterecht, maar stel het imago van een dier maar eens bij"

do 25 mrt. - 11:45

Dierenrechtenorganisatie PETA wil dat we afstappen van negatieve dierenclichés in ons taalgebruik: uitdrukkingen als vies varken, vuile rat en domme gans zijn uit den boze. Want de taal is een voorbode van het handelen. Maar hoeveel waarheid schuilt er in die clichés? ‘De Wereld van Sofie’ overloopt enkele van die uitdrukkingen met bioloog Dirk Draulans.
Dirk Draulans

We beginnen met de 'domme' ganzen. “Ganzen zijn zeker niet de pienterste”, zo stelt Dirk Draulans. “De dieren zijn echte grazers: ze hoeven dus niet erg veel moeite te doen om hun eten te verzamelen. Bovendien hebben ze een kleine kop in vergelijking met hun lichaam, wat extra bijdraagt aan de negatieve beeldvorming.” Welke vogels zijn dan wel de slimsten van het vogelrijk? “Dat zijn met grote voorspong de kraaiachtigen, zoals eksters en papegaaien: hun intelligentie is zelfs te vergelijken met die van chimpansees. Jammer dat eksters zo’n slechte reputatie hebben.”

Of ratten en varkens effectief vuil zijn? “Dat beeld heeft te maken met hoe wij als mens zélf leven. We vinden het vies om in de modder te rollen of in ondergrondse riolen te dwalen, maar voor hen is dat heel normaal en natuurlijk. Eigenlijk zijn ratten en varkens op hun manier nuttig en succesvol. Wie weet vinden die beesten ons veel te proper”, voegt Draulans er lachend aan toe.

Wat met de koppige ezels? Draulans: "Ezels worden sinds mensenheugenis als lastdier gebruikt.  Vanuit het standpunt van de ezel bekeken is het perfect normaal als die een keer denkt: 'ik doe niet meer mee', maar wij beschouwen hen dan als koppigaards. Het zijn ook dieren met een hoge pijndrempel. Zelfs als onverlaten erop beginnen te kloppen, zullen ze niet voortmaken. Dat versterkt nog dat concept van koppigheid."

Andere dieren krijgen dan weer positieve eigenschappen toegekend, denk maar aan ‘het olifantengeheugen’. “Olifanten hebben inderdaad een goed geheugen: ze hebben een gigantische kennis van hun leefomgeving.” bevestigt Draulans. “De oudere olifantenvrouwtjes weten precies waar en wanneer ze ooit water gingen halen, zodat ze in droogte weten te overleven. Je ziet ook vaak dat olifanten in een zoo na 25 jaar hun begeleider nog altijd herkennen.” Van mieren wordt dan weer gezegd dat ze ijverig zijn, maar die stelling nuanceert Draulans lichtjes: “een recent onderzoek heeft zelfs uitgewezen dat er in mierennesten toch ook heel wat luieriken zitten. Tenzij die natuurlijk een functie zouden vervullen die we nog niet kennen. Toch is de gemiddelde mier, net als de bezige bij, meestal hard aan het werk”.

En dan is er nog de uil, die we tegelijk als wijs en dom beschouwen. De positieve associatie met wijsheid bestaat al eeuwenlang: “De uil wordt afgebeeld op de schouder van Athena, de godin van de wijsheid.” De mystiek rond het beest heeft misschien wel te maken met hoe het zich gedraagt: “je hoort de uil bijna nooit, alleen in de nacht. Het lijkt wel of een uil bijna nooit van zich laat horen, maar als je hem dan toch hoort, moet het wel iets interessants zijn. De uil heeft ook van die grote ogen, waardoor hij concentratie uitstraalt.”. Toch is de associatie cultuurgebonden: “In de Indiase cultuur wordt het dier als uitermate dwaas gezien, en ook bij ons hoor je die uitspraak wel eens. Maar in werkelijkheid zijn ze niet echt uitgesproken dom of slim.”

De vleermuis lijkt het de laatste maanden door corona helemaal verkorven te hebben, maar sleurt al langer een slechte reputatie met zich mee.  “Het beest heeft inderdaad een heel negatief imago gekregen, maar dat ligt deels aan de culturele verbeelding. Zo zijn vampieren uit horrorfilms gebaseerd op vleermuizen. Dat was ook zo bij haaien en wolven, denk maar het verhaal van roodkapje, of de angst voor haaien die oplaaide na de film ‘Jaws’. Nochtans berokkenen vleermuizen in het wild niet zoveel schade”. Tot overmaat van ramp worden vleermuizen als de bron van het coronavirus gezien, “terwijl het eigenlijk de mens zijn schuld is. Mochten we de beesten met rust gelaten hebben, was dit nooit gebeurd. Toch vrees ik dat vleermuizen nog een lange tijd met hun slechte naam zullen worstelen.” besluit Draulans.

Lees ook:

Blijf op de hoogte

Ontdek de beste podcasttips, beluister het meest recente nieuws en doe mee aan exclusieve acties.

Volg ons op
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Jobs

Privacy

Gebruiksvoorwaarden

Heb je een vraag?

Contact

Wedstrijdreglement

Logo UitInVlaanderenLogo Cim Internet