Aan de Technische Universität München bestuderen ze al jaren de samenstelling van bier. Ze zoeken onder meer naar methodes om te voorkomen dat bier verschaald. Bij hun jongste onderzoek vergeleken ze de samenstelling van tien jaar oude pils met die van vers getapte pintjes. Om het efficient te zeggen: ze kwamen erachter dat de zuren in hop na verloop van tijd van samenstelling veranderen. Waardoor pils in een soort kattenpisachtig derivaat verandert.
De onderzoekers lieten daarom pils brouwen met een licht afwijkende zuurtegraad. Wat bleek? Bier dat maar een klein beetje minder zuur is, bleef veel langer goed. Bovendien ontdekten ze dat de afbraak sneller verloopt bij hogere temperaturen. En dat is wereldnieuws.
Het moet zijn dat er ons iets ontgaat, want we weten toch al een tijdje dat bier best in de kelder of de koelkast wordt bewaard. In een donker flesje. En in de eerst reeks van het onvolprezen Tournée générale legde onze eigen hopprofessor Denis De Keukeleire uit hoe hij er voor gezorgd heeft dat bier dat eventjes staat niet meer naar kattenpis smaakt.
Lees en beluister ook: