De Wereld Vandaag
Een woonhuis uit de printer: “Nog vijf tot tien jaar en het is overal”
wo 24 feb. - 10:14
De bouw- en woonbeurs Batibouw loopt dit jaar enkel virtueel en begint zaterdag 27 februari. “De bouw gaat digitaal” heet het thema van deze editie waarbij het drukken van bouwmaterialen door een 3D-printer wordt belicht. Een beker of bord in 3D printen is intussen gebruikelijk, maar zelfs een heel woonhuis is niet meer veraf. Een jaar geleden al werd in Westerlo bij wijze van experiment een volledig huis geprint op de bouwwerf.
Maar hoe ziet een bouwprinter er dan uit? Professor ingenieurswetenschappen Kim Van Tittelboom: “Je hebt een heel grote printer nodig. Het gaat om een portaalprinter met een printkop en robotarmen die rondom het gebouw wordt opgesteld. De woning wordt in één keer in beton geprint. Eerst moet de mortelspecie naar de bouwlocatie worden gebracht. De printer zorgt dat de specie laag per laagje en uiterst precies volgens plan wordt aangebracht. 3D-printers doen dat al volop op kleine schaal met plastics. Voor de bouw gaat het om een veel groter model.”
In vijftien dagen en sneller
“Het is dus al lang geen sciencefiction meer”, zegt UGent-professor Van Tittelboom. “Losse onderdelen worden nu al volop in beton geprint. Dat gebeurt in de fabriek. De printelementen worden daarna getransporteerd op de bouwwerf geassembleerd. Een van de mooiste voorbeelden is “Sportoase Groot Schijn” in Antwerpen, een multi-sportcomplex met een heel complexe vormgeving. Alle afzonderlijke elementen werden perfect op maat geprint in een 3D-betonfabriek in Nederland.”
Toch zal de doorbraak van de techniek niet in de gewone nieuwbouw gebeuren. “Vooral als het gaat om complexe structuren biedt printen grote voordelen”, weet Kim Van Tittelboom. “Standaardwoningen met traditionele bekisting kunnen op zich al eenvoudiger en gestructureerd gebouwd worden. 3D-print zal er echter voor zorgen dat we bij complexe bouw de vormvrijheid volledig zullen kunnen benutten.” En er is nog een absoluut voordeel benadrukt Van Tittelboom. “Voor het huis in Westerlo waren vijftien dagen nodig. En het kan zeker nog sneller.”
Minder arbeidsuren
De 3D-techniek staat nog niet helemaal op punt. Van Tittelboom: “Het constructiemateriaal wordt laagsgewijs afgezet. Tussen de laagjes kan indringing van agressieve bestanddelen optreden. Omdat er geen bekisting nodig is wordt de nieuwe constructie onmiddellijk blootgesteld aan de omgeving. Bij dat proces zien we dat soms scheurtjes optreden. Vanzelfsprekend is er nog ontwikkeling en verbetering mogelijk voor deze techniek. Daarom zitten de beste toepassingen op dit ogenblik nog in de combinatie: traditioneel aangevuld met geprinte onderdelen”
“Een 3D-bouwprinter is vanzelfsprekend een dure investering. Maar je kan minder materiaal gebruiken omdat je het veel preciezer kan afzetten waar je het nodig hebt. Er zullen veel minder massieve constructies moeten gebouwd worden. Je gaat materiaalwinst maken wat dan ook nog eens milieuvriendelijker is. En natuurlijk moet je veel minder arbeidsuren steken in het bekisten.”
Beluister het gesprek met Professor ingenieurswetenschappen Kim Van Tittelboom in 'De Wereld Vandaag':
Bron: vrtnws.be en 'De Wereld Vandaag'
