Nieuwe Feiten
Game of Thrones in de dierenwereld: bidsprinkhaan-gevechten tussen man en vrouw tot de voortplanting (en dood)
vr 22 jan. - 1:52
Je moet maar een mannelijke bidsprinkhaan zijn, en meer bepaald een springbokbidsprinkhaan. Nog voor de mannetjes kunnen overgaan tot de verwekking van nakomelingen, wordt hen vaak de kop afgebeten met de dood tot gevolg. Maar de mannetjes hebben er duidelijk genoeg van. “We zien voor het eerst bij de springbokbidsprinkhaan mannetjes die de vrouwtjes uitdagen voor een gevecht. Als de mannetjes het gevecht winnen, zijn de vrouwtjes vaak zodanig verzwakt of toegetakeld dat de mannetjes hen makkelijker kunnen bespringen”, vertelt Dirk Draulans.
'I don’t need a man'
Je zou bijna denken dat door deze praktijken de bidsprinkhaan bijna uitgestorven moet zijn, maar niets is minder waar. “De vrouwtjes kunnen zich ook ongeslachtelijk voortplanten, waardoor ze de mannetjes eigenlijk niet nodig hebben. Zo’n ongeslachtelijke voortplanting is niet 100% hetzelfde als een geslachtelijke voortplanting, waardoor de vrouwtjes zich nu en dan toch laten benaderen. Maar ze gaan hiervoor niet voor het eerste het beste mannetje. De gevechten zijn daarnaast dus een zoektocht voor het vrouwtje naar de best mogelijke vent”, aldus Draulans.
Een mannetje dat vecht voor een vrouwtje is niet nieuw in de dierenwereld, “Maar dat betekent niet dat het mannetje een rol zal spelen in de opvoeding van de kleintjes. Uit het onderzoek bleek dat de helft van de mannetjes, die toch nog konden overgaan tot de voortplanting, alsnog werden opgegeten door het vrouwtje. Om over te kunnen gaan tot de paring moet het vrouwtje suf genoeg gemaakt worden, maar ze recupereren snel”, vertelt Draulans.
Als een bidsprinkhaan zonder kop?
Een van de populaire ‘executie manieren’ van de vrouwelijke bidsprinkhaan, is het verwijderen van de kop bij het mannetje. “Maar het mannetje heeft wonderwel zijn kop niet nodig om te kunnen paren. Sterker nog, uit het onderzoek blijkt dat de mannetjes efficiënter en meer hun zaad lozen zonder kop”, besluit Draulans. Van een overlevingsinstinct gesproken.