Geef België opnieuw culturele ambitie!
ma 7 mei - 11:47
Verleden weekend werd Kanal-Centre Pompidou met pracht en praal geopend. Het werd een groot succes met meer dan 21.000 bezoekers. Een nieuwe cultureel initiatief om hedendaagse kunst te promoten is steeds welkom. Des te meer omdat het museum gevestigd is in een van de mooiste gebouwen in Brussel, de immense Citroëngarage aan het IJzerplein, een schitterend voorbeeld van de industriële architectuur van de jaren '30 die zonder dit project aan zijn lot zou overgelaten worden. De ligging van Kanal is ook perfect: de ideale locatie om een band te vormen tussen het centrum van de hoofdstad en een van de wijken van het gewest die het het moeilijkst hebben. Bruggen bouwen is de maatschappelijke rol van kunst. Het maakt deel uit van een cultureel beleid in de nobele zin van het woord.
Politiek: hier wringt het schoentje. De polemiek rond de naam Kanal-Centre Pompidou gaat niet alleen over het feit dat het nieuwe culturele centrum de naam van een buitenlands staatshoofd draagt, wat inderdaad bizar is. Maar het doet de vraag rijzen of er in Brussel en Wallonië nog iets verwezenlijkt kan worden zonder de steun van prestigieuze Franse instellingen.
Kanal is geen uniek geval: La Boverie, het prachtige museum voor Schone Kunsten in Luik kon ontstaan dankzij een partnerschap met Le Louvre in Parijs. Die maakt de organisatie van tijdelijke tentoonstellingen mogelijk zoals de aanrader Viva Roma die eind april gestart is.
Natuurlijk zijn Frankrijk en België niet te vergelijken. Maar het is niet alleen een kwestie van imago en middelen. Onze zuiderburen hebben een volwaardig ministerie van Cultuur met een duidelijke visie over de rol in dienst van het land, de diplomatie en de uitstaling. Het Louvre en Centre Pompidou zijn nu ook volwaardige merken geworden zoals blijkt uit de oprichting van 'Le Louvre Lens' en 'Centre Pompidou Metz' in Frankrijk en het prachtige 'Louvre Abou Dhabi'.
Daartegenover heerst er in ons land en nog meer in het Zuiden een versnippering aan bevoegdheden die soms tot absurde concurrentie leidt. De federale regering blijft bevoegd voor een enkele prestigieuze instelling zoals de Munt of Bozar alleen omdat ze niet gesplitst konden worden. Een motto: dat maar niets beweegt! De noodlijdende Franse Gemeenschap heeft wel een minister van Cultuur maar haar beleid komt enkel aan bod als het om de verdeling van magere subsidies gaat. Het Koninklijk Conservatorium in Brussel moet zelfs een oproep doen op crowdfunding om haar ramen te redden! En de gewesten proberen de meubels te redden, o.m. met de hulp van onze machtige zuiderbuur.
Cultuur herfederalizeren is een illusie. Toch moeten we hier ook bruggen bouwen want een land zonder culturele ambitie heeft geen toekomst.