Hoe ontmasker je een leugenaar?

Luc Cipers geeft training in het detecteren van leugens.  Hij leert mensen aandacht te hebben voor ‘leugenindicatoren’, en ze juist te interpreteren

Eén van de basisprincipes is bijvoorbeeld het ‘kalibreren’: praat de eerste vijf à tien minuutjes over koetjes en kalfjes en observeer de persoon in kwestie.  Stel de gesprekspartner op zijn gemak en probeer te achterhalen hoe hij of zij zich in normale omstandigheden gedraagt.  Stottert de persoon in kwestie altijd? Knippert de persoon altijd met zijn ogen? Wipt hij met zijn voet of niet? Wanneer er daarna delicate vragen komen, kan je kijken of de persoon zich helemaal anders gaat gedragen. Dat is alvast een heel goede leugenindicator.

En moet je zo’n persoon tijdens zo’n sollicitatiegesprek dan met zijn leugens confronteren? “Dat raden wij af in een bedrijfsmatige context” zegt Luc Cipers “Maar je kan het gesprek wel in de diepte gaan voeren”.  Twijfel je bijvoorbeeld aan de sollicitant die beweert dat hij ervaring heeft met onderhandelen op hoog niveau? Ga hem dan veel bijvragen stellen zoals ‘Waar was dat? Met wie? En was het moeilijk?’.  Dergelijke dieptegesprekken maken het moeilijk voor de sollicitant. Zeker wanneer je hem ook twee à drie concrete verhalen laat vertellen. “Want eenmaal liegen: dat gaat nog net”.

En is Cipers in zijn privéleven dan niet vaker paranoïde? “Nee, dit is een methode, en die gebruik ik enkel wanneer het nodig is” zegt hij.  Last van beroepsmisvorming heeft hij dus niet.  “Een tennisser staat ook niet heel de dag te tennissen.”