De bende van Annemie
"Iedereen moest jodiumtabletten in huis hebben"
di 5 jan. - 11:00
"Aanvankelijk was ik echt niet bang van die kerncentrales", zegt voormalig sprintster en bobsleester Hanna Mariën. Al had de petrochemie wel vaker een reukje. Het stonk naar rotte eieren, zegt Mariën, en dan begon ze wel te twijfelen of dat allemaal zo gezond was.
Bovendien hoorde ze op Radio 1 een reportage over een vrouw die bij een kerncentrale woonde, en ontzettend grote watermeloenen plantte. Er werd verondersteld dat dat door de kerncentrale kwam. Het was een mockumentary, maar Mariën was er toch van onder de indruk:
Ik hoopte stiekem dat ik superkrachten zou krijgen en het wereldrecord zou sprinten, maar dat is jammer genoeg niet gebeurd.
Toch woonde ze wel graag in Lillo, ze vond het immers een heel pittoresk plaatsje. Al snapten veel vrienden niet waarom ze dààr net wilde wonen. Maar op een gegeven moment begon ze toch wat angst te krijgen. "Iedereen moest plots jodiumtabletten gaan halen. En dan begin je toch vragen te stellen."
Dat de kerncentrales langer open blijven, vindt Mariën ten slotte geen goed idee. Ze vergelijkt het met een oude wasmachine. Die kan je blijven oplappen, totdat de machine echt versleten is. "Maar een kerncentrale blijven oplappen en gebruiken tot de uiterste datum... Als er dan iets moest gebeuren, daar wil ik de gevolgen liever niet van weten.", besluit ze.
Herbeluister het hele gesprek met Hanna Mariën: