#weetikveel
Je gebit als identiteitskaart
di 18 jul. - 9:46
Tanden kunnen heel lang meegaan, soms zelfs tot honderden jaar na iemands dood. En dat levert waardevolle informatie op over de persoon in kwestie, zijn gedrag en vaak ook over de gemeenschap waarin hij of zijn leefde. Vaak biedt het ook troost aan nabestaanden die jaren en zelfs generaties nadien eindelijk te weten komen waar en hoe hun verwanten overleden zijn.
Forensische tandartsen zijn een relatief nieuw fenomeen. In België zijn er nauwelijks een handvol. Een daarvan is Christl Verbiest. Ze startte als regulier tandarts. Op een gegeven moment werd ze gecontacteerd omdat één van haar patiëntes vermist werd. En zo rolde ze er als het ware in. Later volgde ze nog specialisaties in de V.S. "Maar ervaring blijft de beste leerschool", zegt Verbiest
Aan tanden kan je veel afleiden: drank- en eetpatroon, beroep en zelfs soms gemoedstoestand (bijvoorbeeld afgesleten door knarsetanden). Dat hielp onder meer bij de identificatie van soldaten uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog en bij bijvoorbeeld de slachtoffers van Ronald Janssen. Bij internationale rampen is het ook nuttig om weten dat elk ‘ras’ zijn eigen soort gebit heeft, ondervond Verbiest onder meer na de Tsunami in Zuidoost-Azië. En als je de combinatie schedel-kaak-gebit neemt, kan je ook determineren of het om een man of vrouw gaat. Heel soms kan je aan de tanden ook de mogelijke doodsoorzaak afleiden.
Als je tandheelkundige behandelingen hebt ondergaan is het al een stuk makkelijker om je te identificeren. Vullingen, kronen, bruggen,… en de combinatie daarvan, worden door je tandarts bijgehouden op fiches. En dat biedt achteraf een soort van unieke identiteitskaart om slachtoffers aan te toetsen.
Bij jongere mensen met een gaaf gebit en waar nog weinig ingrepen gebeurd zijn is dat bijgevolg minder evident. Controlefoto's kunnen daar helpen. De meeste mensen hebben wel ergens een kleine afwijking zoals een spleetje, een speciale tandvorm of een barstje, weet Verbiest uit ervaring. Dat hielp haar ook bij de identificatie van bijvoorbeeld de Lommelse schoolkinderen na het busongeval in Sierre.