De Ochtend
Je hoort de vogeltjes meer fluiten, maar is het ook echt stiller geworden in onze straten?
za 2 mei - 6:33
Misschien is het maandag alweer voorbij, maar de wereld klinkt verrassend anders sinds we in ons kot blijven. Enerzijds minder auto’s en vliegtuigen, cafés en terrassen, anderzijds meer vogels, ook in de stad. En dromen we dat nu, of draagt het geluid verder? Het applaus op straat om acht uur ’s avonds, het balkonconcertje of … de blaffende hond, de grasmaaier of de ruzie bij de buren. Over het algemeen ervaren we een gevoel van grotere rust. Maar is het ook objectief stiller? VRT NWS zocht en vond recente meetresultaten. Je vindt ze hier uitgebreid terug.
Halvering van de luidheid
Dick Botteldooren, hoogleraar akoestiek aan de UGent vertelt over de metingen die ondertussen gedaan zijn. "Er wordt permanent gemeten in het Brussels gewest en daaruit blijkt dat het nu 10dB stiller is dan anders. Tien decibel wordt ervaren als halvering van de luidheid, dus dat is wel significant. Om diezelfde reductie te krijgen, zou je 10% minder voertuigen moeten inzetten. Het is uitzonderlijk dat we die vermindering van lawaai waarnemen gedurende een langere periode", zegt hij daarover.
"Er zit wel variatie in de luidheid. Het rapport van het Brussels gewest toont aan dat er op de ene plek meer daling is dan op andere, wat logisch is ook", aldus Botteldooren. Als er op bepaalde wegen vrachtverkeer blijft rijden, dan ga je minder dan 10dB reductie hebben terwijl er nu op andere wegen helemaal geen verkeer meer is.
Horen is complexer dan dB's
Verleggen we onze focus door het wegvallen van bedrijvigheid? "Er spelen twee dingen een rol bij het horen van omgevingsgeluid. Als je meer vogels hoort, dan ga je automatisch denken dat het stiller is. En in normale omstandigheden, filtert ons oorsysteem ook het omgevingsgeluid wat weg, dat wordt onderdrukt. Als dat omgevingsgeluid dan ook écht wegvalt, valt het ontbreken van dat geluid plots op. Dus horen is wel een pak complexer dan alleen maar dB's", zegt Botteldooren.
Dat wil echter niet zeggen dat we uitsluitend genieten van deze veranderende geluiden. We zijn met z'n allen thuis, dus we gaan misschien meer letten op andere geluiden. De buren die praten, grasmachines, ... Die geluiden kunnen je nu wél storen, terwijl dat voorheen niet het geval was.
Deugddoende periode?
Het is een moeilijke vraag om te beantwoorden: is dit een deugddoende periode voor ons?
Professor Botteldooren vraagt zich af of het zinvol is om deze periode te bestuderen hoe mensen het geluid van de stad percipiëren. "We leven in zo'n uitzonderlijke situatie en er spelen zoveel factoren mee. Het is zeker een boeiende periode, maar wij zouden liever nadien kijken of er een blijvende verandering is bij de mensen. Gaan mensen na deze stilteperiode geluid in de publieke ruimte anders gaan ervaren of niet?"
