De Ochtend
Jongeren met ADHD nemen almaar hogere dosissen Rilatine
ma 12 nov. - 9:06
Jongeren die de aandachts- en hyperactiviteitsstoornis ADHD hebben, krijgen vaak methylfenidaat voorgeschreven. Bij het brede publiek is dat medicijn vooral gekend onder de (merk)naam Rilatine. Het andere merk, Equasym, kent pas de laatste jaren opgang.
Al tien jaar lang blijft het aantal 6- tot 17-jarigen dat die ADHD-medicijnen neemt relatief stabiel, zo blijkt uit cijfers van de leden van de Socialistische Mutualiteiten. Het voorbije jaar nam 1,8 procent van de Belgische jongeren minstens een dosis methylfenidaat, evenveel als tien jaar geleden.
"Wij hadden verwacht dat het aantal gebruikers zou zijn afgenomen, door de publieke belangstelling en de controverse die er al jaren rond het gebruik van Rilatine bestaan", zegt dokter Bart Demyttenaere van het socialistisch ziekenfonds.
Hogere dosis
Wel opmerkelijk: in die periode van tien jaar is het gemiddelde aantal dosissen per patiënt - berekend op basis van 'dagdosissen per jaar' - met 17 procent gestegen. In 2008 waren het nog 150 dagdosissen per patiënt per jaar, in 2017 waren dat er al 175.
Dat valt deels te verklaren doordat ADHD-medicatie vandaag vaker op iets latere leeftijd wordt voorgeschreven. Met de leeftijd stijgt het gewicht en daardoor ligt de nodige dosis sowieso hoger. Maar los daarvan blijkt de gemiddelde dosis voor zowel meisjes als jongens vandaag op nagenoeg elke leeftijd hoger dan tien jaar geleden.
"We zien dat heel wat kinderen Rilatine langdurig nemen", legt Demyttenaere uit. "Met de tijd wordt het effect wat minder en dan wordt de dosis opgedreven."
West-Vlaanderen spant de kroon
Nog een opvallende vaststelling: Vlaamse jongeren nemen vaker ADHD-medicatie dan Waalse. In Vlaanderen gaat het om 1 op de 35 jongeren, in Wallonië om 1 op de 100. In Brussel ligt dat cijfer zelfs nog lager. West-Vlaanderen spant de kroon: daar zit bijna 1 op de 20 jongeren aan de Rilatine.
"Sommigen wijzen dat toe aan de typisch West-Vlaamse mentaliteit: West-Vlamingen zijn harde werkers, ze leggen de lat vaak vrij hoog", weet Demyttenaere nog. "Maar een andere verklaring die ook in West-Vlaanderen speelt, is de toegang tot psychologische en psychiatrische zorg. In West-Vlaanderen zijn de wachtlijsten daarvoor langer dan elders in Vlaanderen."
"Rilatine werkt"
Demyttenaere wil er ook niet flauw over doen: "Rilatine werkt", zegt hij. "En het is heel moeilijk om te zeggen of we te veel of te weinig voorschrijven. Maar we willen wel waarschuwen dat er niet te snel naar geneesmiddelen mag worden gegrepen."
Volgens hem moet er ook aandacht zijn voor andere vormen van therapie: psychologische begeleiding, gedragstherapie en pedagogische begeleiding. "Maar wel onder de voorwaarde dat die zorg ook heel toegankelijk en betaalbaar is. En op dat vlak hebben we een probleem in Vlaanderen.
Geen modeverschijnsel
Ria Van Den Heuvel, directeur van ZitStil, het kennis- en expertisecentrum voor ADHD, noemt de cijfers"niet verontrustend", in een gesprek in 'De Ochtend'. "Het is een bevestiging dat ADHD geen modeverschijnsel is maar dat een bepaald percentage van jongeren en volwassenen ADHD heeft. De cijfers blijven stabiel."
Wat de hogere doses betreft "zou dat erop kunnen wijzen dat men nauwkeuriger voorschrijft", zegt Ria Van Den Heuvel. Maar daar is nog verder onderzoek voor nodig.
Medicatie is niet het begin
Hoe dan ook is "medicatie niet het begin", volgens ZitStil. Pillen zijn maar nodig bij een ernstige stoornis en na grondig onderzoek. Eerst kan "psycho-educatie, ook van de ouders" worden ingezet, met ondersteunende maatregelen.
Ria Van Den Heuvel doet ook een oproep aan artsen om "niet onzorgvuldig Rilatine voor te schrijven". Bij elke patiënt is er uitgebreid onderzoek vooraf nodig en een goede opvolging, want "in een aantal gevallen wordt het medicijn te snel voorgeschreven."
Beluister het interview met Ria Van Den Heuvel:
Bron: vrtnws.be en 'De Ochtend'