"Kan de uitvinder van het woord 'sportelen' zo snel mogelijk het land verlaten a.u.b.?"

Enkele jaren geleden startte Sport Vlaanderen de campagne “Sportelen, beweeg zoals je bent”. Doel was om 50-plussers aan te zetten om actief te blijven. Studio Brussel-collega Jonas Decleer heeft het vandaag nog altijd moeilijk met die term. “Van bepaalde woorden gaan alle haren op mijn lichaam rechtstaan”, zegt hij.

Jonas kreeg één minuut van Hautekiet om zijn beklag te doen.

De minuut van Jonas Decleer

Als het kriebelt moet je sporten. Maar als je sportelt, begint het bij mij te jeuken.

Sportelen. Ik sportel. Jij sportelt. Wij hebben gesporteld.

Enkele jaren geleden werd een campagne opgericht om vijftigplussers meer aan het bewegen te krijgen. Om ze te laten sporten op hun eigen tempo. Er werd duchtig over gebrainstormd. Er werd over gepingpongd. Of gepingpongeld. Ideeën werden gepitcht. Teruggekoppeld. Gefinetuned. Kortgesloten. En dan plots, ontsproten uit het brein van de zotte doos van de company.

Sportelen. Ah ja, want oudjes sporten niet. Ze biljartelen, ze petanquelen en ze zwemmelen wel. Maar ze sporten niet. Da's meer iets voor de kids. Of voor straffe madammen misschien?

Ja, van bepaalde woorden gaan alle haren op m'n lichaam rechtstaan. En ik heb best wel wat lichaamsbeharing.