Culture Club
De schoonste van Claus
di 27 feb. - 3:22
Een bloemlezing van schone Claus-zinnen: de keuze van Sofie Lemaire en Wim Helsen
Sofie Lemaire: Ik hou van dit gedicht omdat ik hier Hugo Claus als vader leer kennen en mezelf als moeder herken. Hoe je je kind wil de weg wijzen, wereldklaar maken, zonder censuur. Hoe je hem nu al wil en kan zien als volwassene, respecteren als individu. Hoe je ervaringen wil delen en troosten als het moet. De laatste zin is daarom prachtig.
De keuze van Peter Van De Veire
Het heeft misschien niks met zijn werk te maken maar het is wel typerend voor ‘m: enorm mooie dingen poneren op een enorm puntige manier. Hoe je het leven in 1 duidelijke zin kan samenvatten. Het is het soort uitspraak waarvan je hoopt dat je ze zelf had gevonden.
De keuze van dichter Yannick Dangre
Ik ga voor een hele grote klassieker gaan, want daar zit nu eenmaal alles in waar Claus voor staat, en de melancholie en muziek van de taal is wat ook mij bezig houdt. Het gaat om de eerste strofe van het gedicht 'Nu nog'.
De keuze van schrijver Christophe Vekeman en acteur Tom Dewispelaere
Christophe Vekeman: Ik kies voor een zin, verspreid over twee regels, uit het befaamde ‘De moeder’, opgenomen in De Oostakkerse gedichten
Tom Dewispelaere: Die drie zinnen ontroeren mij keer op keer. Maar eigenlijk is het hele gedicht geweldig. Wederom de tranen in mijn ogen. Lang leve Hugo!
De keuze van Claus-biograaf Georges Wildemeersch
Claus was geen stilist, hij schreef niet woord voor woord nauwkeurig neer. Daarom vind je in zijn werk zelden een zin die er echt uitspringt. Al zijn zinnen zijn eigenlijk voortreffelijk. Toch is de openingszin van Belladonna er één die je ook in het werk van stilisten zou kunnen terugvinden. Ik ken geen enkele andere zin van Claus die zo snel zo duidelijk zegt waar het over gaat. Het gaat over het gewicht van de minister - wat een banaliteit - en over de dood - wat een overdrijving. Het maakt dus ook die zin banaal en tegelijkertijd helemaal niet, want eigenlijk gaat die over leven en dood.”
De keuze van Luc Coorevits (Behoud de Begeerte)
Uw vraag noopt mij tot een uitgebreide oefening in ’kill your darlings’. Ik weet niet of het zijn schoonste, dus meest gestoomde of gezandstraalde of afgepoetste zin is, maar ik vind het in elk geval één van zijn mooiste zinnen - één van de zovele. Dit is natuurlijk geen zin die Claus ooit in een interview of tijdens een gesprek heeft uitgesproken. Het is een fragment uit ’Oog om oog’, een gedichtencyclus.
De keuze van kunstenaar Jan Van Riet
In zijn laatste bundel 'In geval van nood", staat dit in één van de allerlaatste gedichten. Tragisch dit bewustzijn van zijn ziekte.
De keuze van Claus-biograaf Mark Schaevers
Waarom? Omdat ik liever niet een zin wegkap uit een context, deze is als geïsoleerde zin neergeschreven op een notitieblok. Ik nam hem op in het boek ‘De Wolken’: het is een groot plezier zo een zin aan het oeuvre van Claus te kunnen toevoegen. En het is een zin die een hele bibliotheek liefdesliteratuur kan vervangen, toch?
De keuze van Dirk De Wachter en Gilda De Bal
Uit de bundel 'Een huis dat tussen nacht en morgen staat'.
De keuze van Hilde van Mieghem
De zin viel me op toen ik één moest kiezen voor de hal van het Letterenhuis. Het is mooi hoe Claus zaken in zijn werk de hele tijd relativeert. Net zoals het mooi is dat hij in dit geval jaloers is op de wind. Ik zie het beeld ook zo voor me, hoe Ellie hem bedriegt met de wind. Die mogelijkheid om je verbeelding te laten spreken zodra je een zin leest, vind ik belangrijk.
De keuze van schrijfster Saskia De Coster
Misschien is dit wel de geloofsbelijdenis van Claus, de notoir antiklerikale schrijver. In Heer Everzwijn herschrijft hij tenslotte Genesis. Je kan deze zin ook lezen als een verklaring van onafhankelijkheid. "Ik vind mezelf uit, los van God." Tegelijkertijd herken je de totale zelfrelativering die zo typisch is voor Claus, want "ik ben een toeval in het licht van de aarde". Voor mij gaat die zin daarnaast over schrijven, over hoe dat een manier was om in leven te blijven. Of over hoe schrijven een bepaalde vorm van geloof voor hem was. Al ben ik misschien te veel aan het interpreteren.
De keuze van schrijver Paul Claes
Al die namen van stofjes vormen samen niet alleen een heel ongewoon gedicht van Claus. Ze komen ook voor in het Het Juiste Woord. Dat merkte ik toevallig omdat ik als vertaler een groot gebruiker van het synoniemenwoordenboek ben. Ze staan er allemaal in, verspreid over de bladzijden. Hij heeft ze daar gewoon gestolen, zal ik maar zeggen, bij elkaar gezet en er een min of meer rijmend geheel van gemaakt. Het is een typisch voorbeeld van wat in de kunstgeschiedenis ‘objet trouvé’ heet: je combineert iets dat je ergens vindt, zet er je naam onder en het is van jou.
De keuze van Veerle Claus
Eén zin uit een gedicht halen, dat voelt bijna aan als heiligschennis. Deze eenvoudige, maar mooie en melancholische zin ontroert me toch elke keer weer vreselijk. Er zit zoveel in: de hoop van het begin, maar meteen ook al de vergankelijkheid van de dingen. Zeker omdat Hugo niet het woord ‘beginnen’, maar het woord ‘begonnen’ koos. Dat vind ik een onwaarschijnlijke vondst, echt heel knap. Net zoals het mooie binnenrijm. Het maakt het een zingende zin, een zin vol cadans, die blijft hangen en die zoveel vertelt. Ik moest hem dus niet opnieuw opzoeken, ik ken hem uit het hoofd.”
De keuze van professor Literatuur Kevin Absillis
Zoals in elke spannende roman zuigen de eerste zinnen van 'De verwondering' je meteen mee. Ze zijn precies, op het neurotische af: twaalf meter, drie vingers. Terwijl het beeld van de kooi en de tralies een beklemmend gevoel opwekt, dringen vragen zich op. Wie is deze leraar? Waar gaat hij heen? Wat is de aanleiding voor zijn verwondering? Claus werkte zeven jaar aan De verwondering. Het resultaat is een machtige herinnering aan wat de roman als kunstvorm ooit vermocht en een eresaluut aan de lezer die bereid is op avontuur te gaan en er niet tegenop ziet in verwondering terug te keren.
De keuze van Suzanne Holtzer (redactrice Hugo Claus)
De laatste twee zinnen van 'De Geruchten' zeggen iets over Claus als schrijver. Zijn visionaire roman verscheen een paar weken voordat de Dutroux-affaire aan het licht kwam. Hugo Claus laat Alma denken: "Wat is het tegendeel van wijs? Liefde, dacht ik toen. Nog?" De aanbeveling haar een ansichtkaartje te sturen herinnert aan de compassie en empathie die uit deze roman spreken. Het zegt ook iets over Claus als mens; over zijn levenshouding. Ik citeer de zinnen wel eens aan anderen. Als redacteur is dat natuurlijk ook een goede raad voor mezelf.