Tot die bevinding kwamen wetenschappers van de Universiteit van Wenen na een onderzoek waaraan een twintigtal mannelijke en vrouwelijke hondenbezitters deelnamen. Terwijl baasje een vragenlijst invulden, werd zijn of haar hond de kamer ingelaten. De wetenschappers letten op twee zaken: hoe lang het duurde eer de hond zijn baasje benaderde, en hoe lang het beest bij zijn baasje bleef staan. 'Zijn' baasje, want alle honden waren mannetjes.
Wat bleek? Een duidelijk verband tussen het geslacht van de baasjes en de benadering van de honden. De dieren benaderden de mannelijke baasjes veel vaker dan de vrouwelijke baasjes. Dat zou volgens de wetenschappers wat te maken hebben met het feit dat honden van wolven afstammen.
Nog een vermeldenswaardige vaststelling is dat het vooral geweldig bleek te klikken tussen neurotische honden en neurotische baasjes. 'Neurotisch' werd gedefinieerd als 'onzeker, angstig, minder verbaal, tikje agressiever'. En die neurotische honden blijven dus beduidend langer dan gemiddeld bij het neurotische baasje hangen. Ook als het een vrouwelijke baas betrof.
De vraag blijft wie op wie ging lijken, de hond op de baas of omgekeerd? En of het resultaat anders ware geweest met vrouwelijke honden.