Autotechnoloog Mark Pecqueur: "Controleer de tankkaart van werknemers met een plug-in hybride"

Plug-in hybrides zijn tegenwoordig populair als salariswagen. Zulke auto’s hebben zowel een gewone verbrandingsmotor als een elektromotor. “De nieuwste modellen hebben een behoorlijke batterij aan boord, waar je 60 à 70 kilometer elektrisch mee kan rijden”, weet autotechnoloog Mark Pecqueur. 

Door de combinatie van een verbrandings- en elektromotor, stoten plug-in hybrides minder schadelijke CO2 uit, terwijl je bij langere ritten toch kan terugvallen op de verbrandingsmotor. Die lagere CO2-uitstoot is goed voor het klimaat én de portemonnee, want op een auto met een lage uitstoot betaal je minder belastingen. 

Theorie vs praktijk

Die lage CO2-uitstoot is mooi, in theorie. In de praktijk blijken vele werknemers niet op te laden voor ze de weg op gaan. Daardoor rijden ze grotendeels op de verbrandingsmotor en stoot hun schone wagen meer uit dan de bedoeling is.

Vele werknemers beschikken naast hun salariswagen namelijk ook over een tankkaart, waardoor ze op de kosten van de werkgever kunnen tanken. Waarom zouden ze dan de moeite nemen om hun auto telkens op te laden? Dat vroeg Mark Pecqueur zich af in een interview met het tijdschrift Autowereld.

Controleren

Hoe wil Pecqueur mensen nu aanzetten om hun plug-in hybride toch aan de stroom te hangen? “Als we nu eens gaan kijken naar hun verbruik, want dat kunnen we aan de hand van hun tankkaart en de gereden kilometers”, zegt Pecqueur in 'De Wereld Vandaag'. Als je verbruik vrij hoog is, wijst dat erop dat je je auto niet inplugt en dan heb je eigenlijk geen recht op het fiscale voordeel.”

Maar wie moet dat dan gaan controleren? Pecqueur denkt dat zowel de werkgevers hun verantwoordelijkheid zouden kunnen nemen, maar ook de overheid zou dit volgens hem kunnen doen. “Het gebruik van de tankkaart wordt gefactureerd en is via de boekhouding van de werkgever vrij gemakkelijk te controleren. Als je dat naast de gereden kilometers legt, kan je gemakkelijk het verbruik controleren.”

Ik wil de mensen in de eerste plaats sensibiliseren en aanmanen om die plug-in hybrides te gebruiken waarvoor ze gemaakt zijn.

Dat klinkt heel big brother-achtig, maar “ik wil de mensen in de eerste plaats sensibiliseren en aanmanen om die plug-in hybrides te gebruiken waarvoor ze gemaakt zijn: ze stelselmatig opladen", zegt Pecqueur.

"Want dan zitten we met auto’s die amper 50 gram CO2 uitstoten, wat ongeveer de helft is van een moderne auto met een verbrandingsmotor. Dus we winnen de helft op CO2-uitstoot en met het klimaat in het achterhoofd is dat geen slecht idee”, besluit de autotechnoloog.

Valse hybrides

Zo'n vijf jaar geleden is er al eens ophef ontstaan over hybride auto's. Toen bleek dat bijvoorbeeld dat de hybride variant van de Porsche Cayenne opvallend goed verkocht werd. De zware SUV stond in de top drie van de populairste hybride bedrijfswagens, na de Toyota Auris en Yaris. 

De auto was dan ook fiscaal voordelig terwijl de Cayenne amper 20 kilometer elektrisch kon rijden. In de praktijk reden bestuurders dus vooral rond in een vervuilende SUV. De politiek heeft het fiscale achterpoortje van de valse hybrides intussen gedicht: hybrides moeten nu een batterij met een capaciteit van 0,5 kWh per 100 kg autogewicht hebben.

Beluister het gesprek met Mark Pecqueur in 'De Wereld Vandaag':

Bron: vrtnws.be en 'De Wereld Vandaag'

Lees ook: