Zijn er nog vragen?
Boys don't cry: waarom mannen minder snel mentale hulp zoeken dan vrouwen
ma 18 mrt. - 1:00
In de geestelijke gezondheidszorg gaapt een genderkloof. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit). Sinds 1 september 2021 kost naar de psycholoog gaan gevoelig minder, en daardoor vonden al 300.000 mensen de weg naar goedkope psychotherapie. Opvallend wel: 65 procent van die patiënten is vrouw.
“Zowel in de terugbetaalde zorg als bij privétherapeuten zien we minder aanmeldingen van mannen. De drempel is hoger,” bevestigt seksuoloog en oplossingsgericht psychotherapeut Wim Slabbinck. Nochtans hebben mannen evenveel psychologische problemen als vrouwen, weet hij. “Maar vrouwen erkennen vaker dat ze bij die problemen hulp nodig hebben.”
De verklaring voor die hogere drempel voor mannen is volgens Slabbinck tweeledig: er speelt zowel een biologische als een maatschappelijke component.
Historisch binnenvetten
“Mannen denken iets vaker dat ze hun problemen zelf moeten oplossen. Dat wordt hen ook nog altijd aangeleerd. Historisch gezien is mannen altijd ingepeperd dat ze de rots moeten zijn, dat zij moeten zorgen voor stabiliteit en een stevige basis."
"Als je dan met emotionele problemen zit, stop je die sneller weg en ga je door. Vandaag worstelen we nog altijd met dat oud mannelijk ideaal”, aldus Slabbinck.
Los van de oude maatschappelijke idealen, speelt ook een biologische factor. Mannen kunnen minder goed wenen. “Er is een vermoeden dat testosteron hier een rol in speelt,” legt Slabbinck uit.
“Vanaf de puberteit zie je de huilcapaciteit afremmen. Waar jongetjes nog even makkelijk kunnen huilen als meisjes, krijgen adolescenten en mannen het moeilijker om hun emoties zichtbaar te maken door middel van tranen.”
Het onvermogen om tranen te laten, zorgt er volgens Slabbinck mee voor dat we als maatschappij minder oog hebben voor de gevoelens van mannen. “Wenen heeft een sociale functie. Je toont je kwetsbaarheid, en dat laat niemand onberoerd."
"Omdat mannen er minder toe in staat zijn, zien we minder goed wat er speelt. Daarom is het dubbel zo belangrijk om bij mannen eens door te vragen: hoe gaat het nu ´écht met jou?”
Trieste top
Dat laatste is nodig, want mannen blijven vaker eenzaam met hun emoties en dat blijft niet zonder gevolgen. “70 procent van de suïcides in 2021 werd door een man gepleegd. Zowel op Europees als op mondiaal niveau staan we met dit trieste cijfer aan de top, een top waar je niet wil staan.”
Om deze trend te keren zal in de hulpverlening meer op mannen moeten worden ingezet. Volgens Slabbinck beweegt er al iets. “Hoogopgeleide, jonge mannen in een stedelijke context zoeken al makkelijker hulp."
"Dat is positief, maar jammer genoeg zien we die trend niet bij de laagopgeleide mannen in een niet-stedelijke context. En net die groep heeft meer psychologische problemen."
Er is dus nog werk aan de winkel, en die strijd moet niet alleen geleverd worden aan de kant van de patiënten, maar ook in de hulpverlening zelf.
“Er is een absoluut tekort aan mannen in de zorg. Een mannelijke therapeut kan drempelverlagend werken. We moeten als maatschappij eens nadenken hoe we meer mensen – en dus ook meer mannen – warm kunnen maken voor de zorg.”
Mannen onder elkaar
Tot slot is nog een belangrijke rol weggelegd voor mannen onder elkaar. “Mannen voelen zich vaker comfortabel om hun gevoelens te delen in een één-op-één-context, met een andere man."
"De beste methode om dingen bespreekbaar te maken, is jezelf kwetsbaar opstellen. Op die manier nodig je de ander uit om ook iets te delen, en creëer je een veilige context. En vergeet niet: als man je kwetsbaarheid tonen, is het moedigste wat je kan doen," besluit Slabbinck.
Bron: vrtnws.be en 'Zijn er nog vragen?'