De toestand is hopeloos maar niet ernstig
"De experts pleiten voor een steriel leven met de gezelligheid van een reanimatiekamer"
zo 17 mei - 0:43
Geen paniek.
We mogen niet klagen, hier in de Périgord Noir in het departement Dordogne. In deze zuidwestelijke uithoek van Frankrijk hebben we van het gevreesde virus tot nu toe nauwelijks iets gevoeld. We wonen ver uit elkaar, industrie is er niet, de lucht is zuiver, groen is er in overvloed, dit gebied is nog niet aangetast door de razernijen van de metropolen. Pandemieën gedijen kennelijk moeilijker in deze stokoude en trage streek.
Hier in de Périgord hebben we ook niet echt geleden onder het confinement. In vergelijking met Vlaanderen of de Parijse regio leven we hier sowieso al in afzondering. Ook in normale tijden blijven we het liefst in en rond ons kot. Wie niet onthecht is van de moderniteiten, houdt het hier trouwens niet lang vol.
Périgourdins zijn een taai en eigenzinnig volk. De stemmen uit het Elysée beluisteren ze zeer kritisch. Veel van mijn dorpsgenoten hier in Frankrijk zijn niet lang naar school geweest, maar de meesten zijn wél levenswijs. Door hun aangeboren chauvinisme en conservatisme houden ze vast aan hun tradities van kleinschalige en gevarieerde landbouw, korte keten, wildplukken, jacht en visvangst. Ze hebben zich door de generaties heen aangepast aan hun onvruchtbare grond. Ze aanvaarden dat de natuur meedogenloos is, maar proberen haar altijd een paar stappen voor te zijn. Het zijn overlevers, survival of the fittest zoals Darwin het bedoelde. Ziekte en dood horen bij het leven, vinden Périgourdins. Ze leggen zich erbij neer dat ze slechts “des petits hommes de passage” zijn. De onheilsberichten van de televisievirologen hebben daarom weinig impact op de keuterboeren van de Périgord. Het biedt me een bijzonder goed gevoel tussen deze mensen te mogen leven en werken.
Honger zullen de mensen van de Périgord dan wel niet lijden en van verval en dood zijn ze niet bang, maar toch gaan ze diep gebukt onder de dwingende coronamaatregelen. Dit is immers dé streek van de hartelijke omhelzingen bij élke ontmoeting. On se fait la bise en on se serre la main. Point. Nu mag dat plots niet meer. Hou afstand, roepen ze vanuit Parijs. Deze opgelegde gedragsverandering is hier ondraaglijk.
En nog iets: de zuiderse Fransman werkt om te leven en niet omgekeerd. Hij leeft ook om te feesten, wetend dat zijn wereldse passage kort is en dat je je geld niet meedraagt in je graf. De Périgord is dé regio van de onnavolgbare dorpskermissen. Er wordt dan zeer lekker gegeten, gedronken, gezongen en gedanst rond lange tafels onder lommerrijke platanen. Simpel vertier, ouderwetse leute, billengeklets, verre van hoogdravend. Allemaal geannuleerd deze zomer. Op straffe van boete. Want levensgevaarlijk, drammen de epidemiologen. De Périgourdins balen van die uitspraken. En dan hebben ze Marc Van Ranst of Erika Vlieghe nog niet bezig gehoord.
Ja, hoe zit het daar eigenlijk in Vlaanderen? Ik vang nu en dan wat flarden op. Over mondmaskers die besteld zijn bij een voetbalmakelaar. Mocht het niet van zo’n knullige tristesse zijn, dan was het om te lachen. Andere berichten komen dan weer zeer bedreigend over. Dat het leven nooit meer wordt als voorheen. Dat het virus allicht onder ons zal blijven en een vaccin misschien nooit gevonden wordt. Eindeloze stoeten experts stoppen niet met waarschuwen. Politici hangen verward in de touwen. Ware het niet dat ik er nog dichte familie heb, de toestand in België zou me geen zier kunnen schelen. Maar… ik heb er wél nog nazaten en maak me daarom oprecht zorgen. Welk treurig beeld van de toekomst krijgen mijn onschuldige kleinkinderen dagelijks voorgeschoteld door die gokkende professoren? Dat het leven geen vette meer wordt, dat we misschien wel voor altijd afstand zullen moeten houden en dat écht feesten een herinnering zal blijven. De experts pleiten voor een steriel leven met de gezelligheid van een reanimatiekamer. Kijk en luister naar het nieuws en het deskundige doemdenken springt er telkens weer uit. Verlammende bangmakerij. Wat doet dat met kinderen? Niet veel hoopvols, vrees ik. Is het onze verdomde plicht niet om hen hoop te geven en ervoor te vechten dat het leven op sociaal vlak wél weer wordt als vroeger, dat elkaar vastpakken en zoenen wél weer normaal wordt, dat feesten en elkaar ontmoeten bij het leven horen als water bij een vis. En nog: dat het ware geluk tot nader order in de reële wereld te vinden is, niet in de virtuele. Van als het weer mogelijk is, spring ik op mijn motorfiets en stuif ik naar mijn nakomelingen in België. Voor een warme knuffel en met een lading bemoedigend nieuws. En om te zeggen dat ze moeten durven leven en genieten. Geen viroloog die me dat zal ontzeggen.
Tamniès, 16 mei 2020
Beluister de column van José Masschelin
Lees ook
"Mijn advies, zonder mensen de les te willen spellen: hou een huiskat binnen in het broedseizoen van de vogels"
"Het leven is een virus dat blijft woekeren tot de dood erop volgt"
"Bijeenkomsten zijn verboden en dus heb ik als stand-upcomedian geen publiek en geen podium meer"