Directeur-generaal van De Lijn verdedigt nieuw vervoersplan: "Niet de bedoeling om meest kwetsbaren aan de kant te laten staan"

De Lijn is de voorbije dagen al veel over de tongen gegaan en dat heeft alles te maken met het nieuwe vervoersplan, dat vanaf vandaag in werking treedt. Dat zal voor veel busreizigers iets veranderen: 3.247 haltes verdwijnen en een kwart van de overblijvende haltes wordt "op aanvraag" bediend via zogenoemd "flexvervoer", te vergelijken met de "belbus" van vroeger.

Die grote aanpassing verklaart waarom er vandaag aan verschillende stations protestacties zijn. Ann Schoubs, directeur-generaal van De Lijn, is niet verbaasd, zo zegt ze in 'De Ochtend': "Het is de grootste verandering voor het net sinds het bestaan van De Lijn. Dus het is normaal dat er veel reacties op komen. Ik kan er ook niet tegen zijn dat mensen protesteren voor meer en beter openbaar vervoer."

Toch wil ze ook reageren op de kritiek die De Lijn de voorbije dagen kreeg. "De Vlaamse regering heeft ervoor gekozen om over te schakelen van 'basismobiliteit' naar 'basisbereikbaarheid'. Dat betekent eigenlijk dat je de vraag meer volgt: je zet meer middelen op de plaatsen waar de vraag het grootst is." In de praktijk betekent dat dat De Lijn meer zal focussen op de bediening van de grote assen en minder in bepaalde wijken zal rondrijden, zegt ze.

Sociale rol?

Doel is volgens Schoubs om mensen in de eerste plaats te overtuigen om vaker de auto te laten staan en in de plaats voor het openbaar vervoer te kiezen. "In dat geval moet je een aantrekkelijk aanbod hebben waarmee je even snel of sneller ergens geraakt dan met de wagen." Ze argumenteert dat De Lijn per jaar dan ook 3 miljoen kilometer per jaar meer zal rijden dan vroeger.

"De dekkingsgraad (lees: een halte op 750 meter van je voordeur, red.) zal net als in het vorige model op meer dan 95 procent zitten", argumenteert ze. Maar ze geeft tegelijk ook toe dat sommige mensen voortaan niet pakweg 200 meter zullen moeten stappen naar een halte maar misschien 500 meter. Dus ja, het nieuwe vervoersplan vergt een grotere inspanning van wie verder van een grotere as woont, klinkt het. "Maar voor hen hebben we het budget van het flexvervoer verdubbeld, ten opzichte van de vroegere belbus."

Lees verder onder de afbeelding.

Maar wat dan met ouderen of mensen met een beperking die zich nu verder van of naar een halte zullen moeten verplaatsen? Worden de meest kwetsbaren zo niet geraakt? "De Lijn heeft ook een sociale rol te vervullen, maar tegelijk moeten we ook die modal shift (overschakelen naar een duurzamere manier van verplaatsen) realiseren", reageert Schoubs. "Het is zeker niet de bedoeling om de meest kwetsbaren aan de kant te laten staan. Vandaar ook die verdubbeling van het budget van het flexvervoer."

Besparen

Voor een rit via dat flexvervoer moet je dan 30 dagen tot een half uur op voorhand telefonisch of via een app reserveren. Is dat niet gewoon een verdoken besparingsoperatie, zoals reizigersorganisaties en de vakbonden beweren? "Die perceptie bestaat, omdat men dat linkt aan het verdwijnen van die haltes. Toch denk ik dat het nieuwe systeem voordelen heeft. Want wanneer je vandaag ergens in een wijk woont waar om de 2 uur een bus komt, moet je 2 uur wachten om ergens naartoe te gaan. Nu komt daar flexvervoer, waarmee je kunt kiezen op welk moment je een bus hebt."

Ook de kritiek dat het plan zonder veel overleg is ingevoerd, spreekt Schoubs tegen. "Zeggen dat dit plan ondoordacht is, is kort door de bocht. Het is gebaseerd op gegevens over waar mensen wonen, hoe ze zich verplaatsen en het aantal reizigers op onze trams en bussen. Het is ook geen plan van De Lijn alleen. Er zijn heel veel studies en vergaderingen geweest met de steden en gemeenten in de vervoerregio's."

Toch staat ze open voor aanpassingen nadien: "Het is goed dat we starten, maar we moeten hoe dan ook evalueren hoe het gebruikt wordt en dan bijsturen waar nodig."

Bron: vrtnws.be en 'De Ochtend'