Door slimmer voor te schrijven, kan Rilatinegebruik bij ADHD naar beneden

Er bestaan veel zorgen over het medicatiegebruik bij kinderen met de aandachts- en hyperactiviteitsstoornis ADHD. Meestal krijgen ze methylfenidaat voorgeschreven, een medicijn dat vooral bekend is onder de merknaam Rilatine. Uit cijfers van het Riziv blijkt dat het aantal mensen dat Rilatine neemt in ons land de voorbije tien jaar gestegen is tot meer dan 36.000.

"Steeds meer kinderen gebruiken Rilatine, maar 30 procent van hen heeft daar eigenlijk geen voordeel bij", vertelt kinder- en jeugdpsychiater Karen Vertessen (Universitair Psychiatrisch Centrum KU Leuven). Voor haar doctoraatsonderzoek werkte ze mee aan een project van de Vrije Universiteit Amsterdam om die groep beter te detecteren.

Slimmer voorschrijven

Vertessen vergeleek twee manieren om Rilatine op te starten. De eerste is de gebruikelijke manier waarbij gestart wordt met een lage dosis die geleidelijk aan wordt verhoogd. Bij de nieuwe methode nemen kinderen de medicatie vijf weken op proef, zonder dat ze de exacte dosis kennen. Bij die dosissen zit ook een placebo. Tijdens de proefperiode worden de kinderen, hun ouders en leerkrachten gevraagd om hun ervaringen te rapporteren.

Als Rilatine volgens die nieuwe, “slimme” methode wordt voorgeschreven is het voor de behandelaar sneller duidelijk bij welke kinderen het medicijn niet tot een vermindering van de klachten leidt, legt Vertessen uit. "We kunnen dan sneller een andere behandeling opstarten en ze worden niet nodeloos aan de bijwerkingen van Rilatine blootgesteld, zoals slechter slapen of minder eetlust".

Bij de kinderen die wel baat hebben bij Rilatine blijkt dan weer dat een hogere dosis niet altijd een beter effect heeft. “Dat is heel belangrijke informatie, want nu wordt de dosis bijna altijd standaard verhoogd, terwijl dat dus niet altijd nodig is. Door de medicatie op deze manier voor te schrijven kan ze beter op de individuele behoeften van het kind afgestemd worden”.

Een andere eyeopener is dat er een aanzienlijk placebo-effect is. Ouders, en in mindere mate leerkrachten, rapporteren positieve effecten van de ADHD-medicatie terwijl kinderen met een placebo worden behandeld.

Uitrol in de praktijk

Dokter Vertessen gebruikt de methode intussen in haar eigen praktijk als kinder- en jeugdpsychiater in het UPC in Gasthuisberg, en pleit er bij andere psychiaters voor om dat ook te doen. "Deze methode is klaar om verder in de praktijk uit te rollen, ook in Nederland wordt bekeken hoe dat kan".

Alleen zal dat wel een omschakeling vragen van de artsen. “Het is tijdrovender om de dosissen met elkaar te vergelijken en de rapportering van de klachten te evalueren”, erkent Vertessen. “Het zal dus zeker een inspanning vragen van de psychiaters die ermee willen werken. Maar eens je er vertrouwd mee bent, gaat het vlot.” Op dit moment merkt Vertessen vooral al veel vraag naar de methode bij ouders van patiënten.

Bron: vrtnws.be en 'De Ochtend'