
De Wereld van Sofie
"Elke boom heeft zijn geestelijke ruimte. Geen enkele architect zou zoiets kunnen maken."
do 17 okt. - 9:15

Het regent tijdens hun boswandeling maar dat is voor Walter Weyns geen bezwaar. "Ik vind dit net heel aangenaam, want door de regen voel je je nog meer één met de natuur." Ze komen al meteen bij één van zijn favoriete bomen. "Kijk, die boom hier recht voor ons, dat is niet alleen één van de hoogste in het bos, maar ook één van de welriekendste en één van de meest aangename om te betasten. Kom, laten we 'm een handje schudden." Hoewel de boom omzoomd is door een perkje, kunnen ze toch even aan de bast voelen. "Het voelt als vilt", merkt Ward op. "Kijk ook eens naar boven, naar de kruin", zegt Walter, "dan begrijp je misschien een klein beetje van het van het gevoel dat de druïden hadden toen ze onder een boom gingen staan om geïnspireerd te raken. Dit is een geestelijke ruimte. En elke boom heeft dat. Als je lang genoeg onder een boom gaat staan, en je wandelt even rond de stam, zoals eekhoorntjes doen, dan merk je dat dit een ruimte is. En geen enkele architect is er ooit in geslaagd om zo'n gelijkaardige ruimte te maken."
Walter en Ward zetten hun wandeling verder. "Het is niet zo dat ik elke dag of elke week naar het bos ga. Enkele keren per seizoen volstaan. Ik heb hier mijn vast parcours want er staan nog wel meer merkwaardige bomen. Kijk naar deze Corsicaanse Den, bijvoorbeeld. Die schors! Dat is echt een prachtig weefsel. Wij mensen hebben zoveel gedaan met bomen, de boom is waarschijnlijk de soort die wij het meest opgebrand, omgezaagd, misbruikt hebben. Terwijl we respect moeten hebben voor wat de natuur ons gratis geeft. En hier, de Ginkgo Biloba! Een boom zo sterk, dat is hij zelfs de atoombom overleefde. Zo'n resistente boom houdt ons een spiegel voor. Als we zelfs die boom kapot krijgen, is het heel erg met ons gesteld."
Er is een tijd geweest waarin bomen Walter niet zoveel meer zegden. "Maar dan las ik een boekje van Patrick Süskind, Het verhaal van mijnheer Sommer. De beginzin, In de tijd toen ik nog in bomen klom..., voerde me terug naar mijn kindertijd. Ik klom niet alleen in bomen, ik bouwde er ook hutten in. Als kind was ik ervan overtuigd dat ik als ik later groot zou zijn, ik in een boomhut zou wonen. Dat zinnetje bij Süskind heeft mij opnieuw naar bomen doen kijken. Mijn kinderliefde voor bomen is een gerijpte liefde geworden. Ik heb helaas geen bomen in mijn tuin. Maar ik zou wel graag bomen verzorgen en koesteren. Een job als bosbeheerder zou ik wel zien zitten."