Ex-lid van de speciale eenheden: "Een 'dank je wel' of schouderklopje? Nooit gekregen"

Vrijdag 18 maart 2016, late namiddag. De speciale eenheden omsingelen het bewuste huis in de Vierwindenstraat in Molenbeek, waar Salah Abdeslam zich schuilhoudt. Abdeslam wordt op dat moment al maanden gezocht als een van de daders van de bloedige aanslagen in Parijs van november 2015, de aanslagen in ons land zijn dan nog niet gebeurd. De speciale eenheden kunnen de man overmeesteren en krijgen zo publieke vijand nummer één levend in handen.

Lionel D. was een van de agenten die bij de operatie aanwezig was. "Die dag is fel gemediatiseerd. Terecht ook", blikt hij terug in 'De Ochtend'.  Op zijn vraag vermelden we zijn achternaam niet. "Maar het is niet moeilijk om terug te kijken op die dag. Voor ons zijn er opdrachten die emotioneel zwaarder waren dan deze. Uiteraard waren we blij en opgelucht na de arrestatie. De druk was even van de ketel, al beseften we snel dat het nog niet gedaan was."

Op het moment van de arrestatie was het al zwaar geweest voor de speciale eenheden. "Na de aanslagen in Parijs hebben we weken en maanden shiften van 24 op 24 gedraaid. Honderden opdrachten en huiszoekingen hebben we uitgevoerd. Er was veel druk: van de pers, de politiek, maar ook van het federaal parket. We werden van hier naar daar gestuurd."

"We verbleven bijna constant in de Kazerne. En daar waren de omstandigheden alles behalve ideaal", zegt de man. In De Standaard getuigde gisteren Lerre, die op het moment van de feiten ook bij de speciale eenheden was. Hij had het over "slapen op matjes op de grond" en "vier toiletten voor 150 mensen". "We werden bekeken als topatleten. Die zou je moeten pamperen, maar dat gebeurde niet", zegt Lionel D.

Enkele dagen voor de bewuste arrestatie hadden de speurders Abdeslam al bijna te pakken. Ze vallen binnen in een pand in de Driesstraat in Vorst, al gingen ze ervan uit dat het leeg zou zijn. Pas later ontdekken ze dat Abdeslam daar verbleef. Bij de operatie worden de speurders onder vuur genomen. "Deze vijand reageerde anders dan andere gangsters. Zij wilden sterven en daarbij zoveel mogelijk slachtoffers maken. We moesten het volledig anders aanpakken."

"Het is moeilijker om op die dag terug te blikken", zegt Lionel. "Uren aan een stuk zaten we in een hevig vuurgevecht. Een van de collega's werd geraakt met een kogel (Lerre, red.). We dachten dat hij zou overlijden. Gelukkig heeft hij het overleefd, al is hij wel gehandicapt. Op het moment zelf moet je doorgaan met de opdracht, pas later kan je daarbij stilstaan. Zoiets blijft wel hangen. We hebben nog elke week contact."

Beluister hier het gesprek met Lionel D. in 'De Ochtend':

Lerre had het gisteren in De Standaard over de juridische strijd die hij heeft moeten voeren om de kosten van zijn operaties terugbetaald te krijgen. "Dat wringt", zegt Lionel. "Zoiets zegt veel over hoe je tegenover je personeel staat. Er is nooit officieel erkenning geweest voor wat we hebben gedaan. Niemand vraagt een medaille, een simpele "dank je wel" of een schouderklopje was al veel geweest."

Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) was op dat moment nog geen bevoegd minister, maar heeft de getuigenissen naar eigen zeggen wel gehoord. "Ik wil hen uitnodigen op mijn kabinet om te kijken hoe zij die periode hebben beleefd en wat we kunnen veranderen", zegt ze in "De ochtend". "We hebben alvast gewerkt aan betere psychologische begeleiding en de renovatie van de Kazerne staat bovenaan de lijst. Ik ben die mensen alleszins heel dankbaar voor het straffe werk dat zij hebben gedaan. Dat wil ik graag uitspreken."

Beluister hier het gesprek met minister Verlinden in 'De Ochtend':

Bron: vrtnws.be en 'De Ochtend'

Lees ook: