Federale regering kent extra steun toe aan OCMW's voor opvang Oekraïners, Vlaamse regering bepaalt huurbijdragen

Het OCMW zal voor elke opgevangen Oekraïner een aanvraag voor steun kunnen indienen bij de federale regering. De steun bedraagt 135 procent van het bedrag van een leefloon. Na vier maanden zal de steun dalen naar 125 procent.

Oekraïense burgers die genieten van een tijdelijke beschermingsstatus (een A-kaart), worden beschouwd als tijdelijk legaal in België. Ze genieten dus onder meer toegang tot het recht op werk en onderwijs, maar ook tot de sociale bijstand die door de OCMW’s wordt toegekend.

Om de vele nieuwe dossiers op te vangen drongen de OCMW's bij de regering aan op extra steun. Dankzij het verhoogde terugbetalingspercentage zal het OCMW nu over extra middelen beschikken voor de bijkomende administratieve kosten en andere noden.

"De 135 procent tijdens de eerste vier maanden is gerechtvaardigd omdat we weten dat vooral in de beginmaanden de noden het meest dringend en belangrijk zijn”, stelt Lalieux. “Maar we laten het personeel niet in de steek na deze vier maanden: ze weten nu ook dat ze nog steeds zullen kunnen terugvallen op de steun van de federale regering."

Hoe de OCMW's het geld besteden, kunnen ze zelf beslissen. Sociale bijstand kan vele vormen aannemen: materiële hulp, psychologische bijstand, financiële bijstand, enz. Deze bijstand wordt aangepast aan de reële behoeften van elke Oekraïense aanvrager. Dit op basis van een sociaal onderzoek dat wordt uitgevoerd door het OCMW.

De Vereniging van Vlaamse steden en gemeenten (VVSG) is erg tevreden met het extra geld, zegt Natalie Debast. "De OCMW's zullen op zeer korte termijn duizenden mensen moeten helpen. Dat vergt een enorme inzet van heel wat mensen en daar zijn ook middelen voor nodig. We hadden om die extra begeleiding gevraagd en het is goed dat de federale overheid die nood erkent".

Huurbijdragen

Intussen heeft de Vlaamse regering de lijnen uitgezet voor de huisvesting van de Oekraïense vluchtelingen. Die hebben recht op een huisvesting, maar de regering vindt dat dat geen gratis huisvesting hoeft te zijn. Vanaf het moment dat de vluchteling een inkomen heeft - door arbeid of een leefloon - moet deze een billijke vergoeding betalen voor zijn huisvesting.

"We streven ernaar om een billijke vergoeding te vragen van de Oekraïense vluchtelingen. Billijkheid houdt uiteraard betaalbaarheid in", zegt minister van Wonen, Matthias Diependaele (N-VA). Uitgangspunt is het leefloon: 1.093,80 euro voor een alleenstaande en 1.478,22 euro voor een gezin. Het te betalen huurbedrag voor een woning zal 40 procent van het leefloon bedragen, inclusief alle kosten. Zonder die kosten wordt 30 procent gevraagd.

Voor wie wordt opgevangen in een kamer in een woning, wordt de billijke vergoeding bepaald op 20 procent, inclusief kosten (15 procent zonder kosten). Wie een bed krijgt in een publieke collectieve opvangvoorziening betaalt 15 procent, inclusief kosten (10 procent zonder kosten).

Een gezin dat in een zelfstandige woning wordt ondergebracht betaalt zo 591 euro huur, inclusief kosten, of 443 zonder kosten. Een kamerwoning voor een gezin komt neer op 296 euro inclusief kosten en een gezin in een collectieve woonvoorziening betaalt 222 euro.

De opgegeven bedragen zijn richtinggevend. De lokale besturen kunnen daarvan afwijken.

Beluister het gesprek met Matthias Diependaele in 'De Wereld Vandaag' via Radio 1 Select. 

Bron: vrtnws.be en 'De Wereld Vandaag'

Luister ook: