Hoe realistisch is een Chinese overname van de Audifabriek in Vorst, ondanks de hoge loonkosten in ons land?

Een delegatie van Nio, een in Europa nog redelijk onbekende producent van elektrische wagens, bezocht de voorbije weken de Audifabriek in Vorst. Dat berichtte De Tijd woensdag. Het Chinese bedrijf zou nu onderhandelen over een bod.

“Ik begrijp de interesse. Het is een unieke kans voor een fabrikant die in Europa elektrische auto’s wil komen bouwen en het is een kant-en-klare oplossing”, zegt Dierckx in De Ochtend op Radio 1. De fabriek in Vorst heeft bovendien enkele troeven. “Ze ligt nabij een spoorlijn en ligt vlak bij Zeebrugge. Dat is de grootste autohaven ter wereld.”

Dierckx nuanceert ook de hoge loonkosten in België. “Die zijn zeker niet de hoogste in Europa wat de autosector betreft. In Duitsland of in Frankrijk is het bijvoorbeeld duurder om auto’s te bouwen.” Dat komt door de machtige vakbonden in die landen. België staat volgens Dierckx op de 6e plaats.

Waarom niet in Oost-Europa?

Hoewel het goedkoper blijft om in Oost-Europa te produceren, zoals Nio's concurrent BYD van plan is, zijn er ook nadelen. "De loonkosten zijn daar natuurlijk lager, maar je moet ook voldoende gekwalificeerde mensen vinden, wat enkele jaren kan duren", zegt Dierckx. Daarnaast is de kostprijs van een nieuwe fabriek hoe dan ook hoog.

In Vorst is daarentegen een “onvoorstelbaar kapitaal aan expertise voorhanden”, zegt Dierckx. “Het is ook een fabriek waar Audi voor de productie van het model dat er nu wordt gemaakt honderden miljoenen heeft in geïnvesteerd. Ik vind het heel begrijpelijk dat er partijen komen kijken om zich daar in te kopen.”

Hoe vaak gebeurt dit?

Dat een fabriek voor elektrische wagens op de markt komt, is bijzonder, zegt Dierckx. “Elektrische auto’s zijn nog niet zo heel lang in productie in Europa. Het is voor het eerst dat een fabriek die daar zo veel ervaring mee heeft nu te koop staat.”

Toch gaat het, zelfs als Nio de fabriek kan opkopen, een tijdje duren voordat de Chinese elektrische wagens in Vorst van de lopende band rollen. “Het duurt altijd enkele jaren om zo’n fabriek volledig op een nieuw model klaar te zetten”, zegt Dierckx.

De productielijn moet worden aangepast en ook zaken zoals de bouwplannen van een nieuw model en de toeleveranciers moeten in orde gebracht worden. “In een autofabriek wordt gewerkt door zowel mensen als robots tot op een tiende van een millimeter. Dat is niet iets dat je op korte tijd allemaal volledig gestroomlijnd hebt.”

Zelfs nadat alles is aangepast, worden eerst enkele honderden auto’s gebouwd in een testopstelling. “Dat zijn auto’s die niet op de markt komen, maar puur dienen om de productie in te oefenen en te stroomlijnen.”

Nio is voorlopig kleine speler in Europa

Het blijft afwachten of Nio de fabriek daadwerkelijk overneemt. Volgens De Tijd zijn er ook andere kandidaten, zoals autogroep D’Ieteren. “Ik ben sceptisch over Nio. Dat is een jonge speler. Vooral in Europa is Nio piepklein. Zij hadden vorig jaar een afzet van 2.400 auto’s in Europa”, zegt Dierckx.

Dat aantal is te laag om een volledige fabriek draaiende te houden. “Ze zouden ervoor kunnen kiezen om zwaar te investeren om hun marktaandeel in Europa uit te bouwen. Dat is een werk van lange adem. Als Nio effectief kandidaat is, zal het geen kwestie zijn van daar neer te strijken en direct op volle kracht te beginnen draaien.”

Lokale productie moet importtarieven omzeilen

De productie van elektrische voertuigen in China groeit razendsnel, mede dankzij genereuze subsidies van de Chinese overheid. De Europese Commissie vindt echter dat de invoer van gesubsidieerde elektrische wagens de concurrentie verstoort en heeft tijdelijke invoerheffingen opgelegd. Die kunnen mogelijk voor 5 jaar verlengd worden.

Deze heffingen gelden niet voor Chinese auto's die op Europese bodem geproduceerd worden. Dat Nio, BYD en andere Chinese automakers plannen hebben om in Europa te produceren, is dus geen verrassing.

Bron: vrtnws.be en De Ochtend