Hoever reikt verantwoordelijkheid van school bij pesterijen of vechtpartij onder leerlingen na de uren?
di 24 sep. - 5:43
Een gebroken kaak, 2 verloren tanden en een opname in het ziekenhuis: dat is de medische balans nadat een 15-jarige jongen uit Heusden-Zolder na schooltijd rake klappen heeft gekregen van een andere leerling. Ook zijn 14-jarige vriendin zou daarbij volgens haar vader een ontwrichte schouder hebben opgelopen.
De confrontatie was een uitloper van een ruzie die al op de Sint-Martinusschool in Herk-de-Stad was begonnen, waar de leerlingen naar school gaan. Het onderzoek van de lokale politie leidde al tot de arrestatie van een 16-jarige jongen uit Diest, die door de jeugdrechter intussen in een gesloten jeugdinstelling werd geplaatst.
Ook de school zelf reageerde met de schorsing van 3 leerlingen en een tuchtprocedure tegen een van hen. Maar de vader van de vriendin van het slachtoffer neemt het de school nu kwalijk dat het in eerste instantie zover is kunnen komen. Dat het conflict al tijdens de lesuren begon, is volgens hem reden genoeg om vroeger in te grijpen.
Stefan Grielens, algemeen directeur van het Vrij CLB Netwerk, erkent dat scholen een verantwoordelijkheid hebben als het misloopt. “In eerste instantie door zicht te hebben op wat er tussen leerlingen leeft”, vertelt hij in De wereld vandaag op Radio 1. “Die signalen moet je opmerken en mee aan de slag gaan.”
“Of een situatie dan uit de hand kan lopen, is moeilijk in te schatten. Wat je wel altijd kan doen, is het gewoon vragen: "Kunnen we jullie met een gerust geweten naar huis laten gaan en erop rekenen dat er verder niks fout loopt?” Als je daar een duidelijk antwoord op krijgt, mag je er in de regel van uitgaan dat het slechts uitzonderlijk zal mislopen.”
Kwestie van verantwoordelijkheid
Los daarvan is het niet altijd evident om zo'n escalatie te zien aankomen, zegt Grielens. “Wanneer je als school weet dat er na de lesuren iets gaat gebeuren, heb je de verantwoordelijkheid om daarop te reageren. Dat geldt bij uitbreiding voor iedereen. Maar zoiets komt altijd neer op een inschatting: als je als leraar naar huis gaat en nog steeds ongerust bent over wat er kan gebeuren, dan heb je waarschijnlijk niet voldoende gedaan.”
“De vraag is dus niet of je alle situaties kunt oplossen, maar wel of je je verantwoordelijkheid hebt genomen. Een one size fits all-oplossing heb je nooit, maar er zijn genoeg voorbeelden van hoe het wel kan.”
“Of dat zover moet gaan dat je als leerkracht zelf een leerling naar huis begeleidt? Ik denk niet dat zoiets een taak van een leraar moet zijn, maar het is wel zijn opdracht om te deëscaleren en te kijken met wie je op zo’n moment contact op kan nemen.” Dat kan de leerlingenbegeleiding zijn, de directie, of in het slechtste geval de politie, aldus Grielens.
Klasgesprek
Hoe dan ook is het geen slecht idee om de dag nadien de situatie in de klas aan te halen, denkt hij. “Iedereen heeft die beelden gezien, iedereen zal erover spreken. Ik ben ervan overtuigd dat veel mensen zich ongerust zullen voelen. De tijd nemen om daarover te praten en vragen te beantwoorden is heel belangrijk.”
Al is op termijn misschien ook een mentaliteitswijziging nodig, besluit hij. “We zien in het onderwijs een toename van gedragsproblemen. Wat hier gebeurd is, is een extreme uitwas daarvan. We moeten in onze scholen niet terug naar een soort autoritair regime, maar we moeten wel opnieuw afspreken hoe we met elkaar omgaan.”
“Jongeren moeten weten dat als ze iets doen dat niet door de beugel kan, dat ook gezien wordt en daar ook reactie op komt. Daar zijn we soms wat te laks in — thuis, maar ook op school.”
Bron: vrtnws.be en De Wereld Vandaag