Ja, ik wil
do 21 dec. - 5:32
Als gebalde vuist tegen elk wie het in zijn/haar hoofd of leden haalt om zichzelf seksueel aan een ander op te dringen, kan het tellen. De grens is niet voor misinterpretatie vatbaar: een uitgesproken ‘ja, ik wil.’ Het perspectief is bovendien duidelijk gewijzigd: de ‘bewijslast’ voor de ja ligt bij hen die tot actie overgaan en niet bij de ‘andere’. Nu kan ik me bij zo een vraag en antwoord heel concreet iets voorstellen tijdens een seksdate of een partnerruildeal op een swingfeestje, situaties die echter maar een heel klein deel van ons menselijk seksueel handelen dekken. Ik denk aan al die andere omstandigheden waar een bevraagde ‘ja, ik wil’ onnoemelijk vreemd en bevreemdend lijkt.
Het getrouwde koppel in mijn praktijk. Hij die altijd het initiatief neemt, zijn hand op haar heup. Zij die meestal geen zin heeft, maar nadien altijd blij is met zijn gezochte moment van verbinding. Ik denk aan het advies dat seksuologen al sinds jaar en dag geven, dat je ook door te vrijen zin krijgt in vrijen en dat verlangen zelden bij beiden op exact hetzelfde moment de kop opsteekt. Ik denk aan de datende vrouwelijke veertiger voor wie seks op eerste afspraakjes er vaak bij hoort, om toch maar geen goede kans voorbij te laten gaan, want je wil toch niet doorgaan voor de non van dienst. Ik denk ook aan hoe je ooit kan aantonen dat de vraag überhaupt gesteld en het antwoord gegeven is.
Het toont aan dat seksualiteit en wetgeving een moeilijk huwelijk zijn en al helemaal wanneer het gaat over de intieme levenssfeer. Wie denkt de oneindige complexiteit van echte, gespeelde, opgewekte, blijvende of gedoofde verlangens te kunnen vatten in wetgeving is er aan voor de moeite.
Het gaat bijna nooit over ‘wil je?’ en ‘ja!’, maar over ‘’hé, ‘heb je even’, ‘toe’, ‘mmm’, ‘kom’, ‘misschien’, ‘nu niet’,’ of toch’, ‘waarom niet’ en ‘straks’ en al die woordeloze boodschappen die het merendeel onder ons juist leest.
Laat ons al die ‘seksuele taal’ vieren en behouden en vooral leren om ze nog beter in te schatten, om het altijd weer op te brengen daarvoor moeite te doen en niet al de minder geslaagde afstemmingen te criminaliseren. En dat de Zweden dit mogen inzien. Dan wordt het in 2018 toch nog een mooie zomer.