Jan Verheyen: "Beste Karl Drabbe, u bent mijn held van de week"

Beste Karl Drabbe,

Ik schrijf u omdat u mijn held van deze week bent. Volgende week is er immers alweer een andere held, zo gaat dat in deze snelle, vluchtige tijden.

‘Held’ is in deze ook een symbolische titel, u heeft immers geen drenkeling gered uit een kolkende rivier of een naast zijn oververhitte frietketel in slaap gevallen zatlap in het ochtendgloren uit zijn brandende huis gesleurd. Dat heb ik overigens altijd een bizarre duo-act gevonden : de zatlap en de frietketel, maar dit geheel terzijde.

U bent mijn tijdelijke held, meneer Drabbe, omdat u als uitgever pal achter uw auteur blijft staan in het oog van de storm. Die auteur, onderzoeksjournalist Ignace Vandewalle, heeft een boek geschreven over de wordingsgeschiedenis van de Ghelamco Arena, de in Gent met opmerkelijk snelheid verrezen voetbaltempel voor AA Gent, een boek met als titel ‘De illegale Ghelamco Arena : Als politici zich met voetbal bemoeien’. Jammer dat de clou van het verhaal al in de titel wordt weggegeven, maar goed, ook dit geheel terzijde.

Ghelamco voelt de bui al hangen en heeft beslist dat de aanval de beste verdediging is. Ze eisten in een kortgeding niets minder dan een publicatieverbod en willen zo verhinderen dat het boek de winkelrekken haalt.
U heeft niet geplooid voor die intimidatie, applaus dus alvast vanop mijn bank.

Het veelkoppige monster Ghelamco is in het Brusselse ondertussen bezig met een soortgelijk project – het megalomane, groteske Heizelstadion – eveneens met interessante vertakkingen in de krochten van de lokale politiek waar, zoals bekend, tientallen ministertjes, burgemeestertjes en scheepjes, allemaal zot van glorie, al natte droompjes hebbend over een vast zitje in één van de loges. Er zijn er, die zelfs met grote overtuiging kunnen poneren dat ze daarmee het algemeen belang dienen, maar dit geheel terzijde.