Meer dan 40 procent van verkeersongevallen in weekendnachten gelinkt aan alcohol of drugs, maar er zijn amper controles
di 12 nov. - 11:00
Wat is er nodig om onze wegen drugs- en alcoholvrij te houden? En waarom wordt er zo weinig gecontroleerd op risicomomenten? De reportage 'Pano: Onderweg onder invloed' is te bekijken op VRT MAX.
We beginnen met goed nieuws: sinds 2018 is het aantal ongevallen onder invloed van alcohol met 8 procent gedaald. In 2018 telden we in Vlaanderen en Brussel 3.064 slachtoffers van alcoholgerelateerde verkeersongevallen. In 2023 waren dat er nog 2.818. Dat zijn er nog altijd meer dan 7 per dag.
Aan de andere kant tonen de cijfers aan dat het aandeel ongevallen met alcohol in al die jaren niet veranderd is. Zowel in 2014 als in 2023 was er bij 11 procent van de verkeersongevallen in België alcohol in het spel. In totaal zijn er dus misschien wel minder verkeersongevallen dan 10 jaar geleden, maar het aandeel ongevallen waarbij alcohol in het spel was, blijft hetzelfde.
“In het algemeen gaat de verkeersveiligheid erop vooruit, dankzij strengere snelheidsregels, betere infrastructuur en veiligere wagens,” reageert Stef Willems van het VIAS, het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid. "Maar bij alcohol blijft die vooruitgang moeizaam. Uit onze gedragsmeting blijkt bovendien dat bestuurders boven de 25 jaar even vaak onder invloed van alcohol rijden als vroeger."
Aantal ongevallen met alcohol tijdens weekendnachten stijgt
Wat nog opvalt: tijdens de weekendnachten is het aantal ongevallen met alcohol in Vlaanderen en Brussel de voorbije jaren zelfs licht gestegen. In 2023 waren er in Vlaanderen en Brussel tijdens de weekendnachten 626 alcoholgerelateerde ongevallen. Dat zijn er meer dan 12 per weekend.
Het aandeel ongevallen met alcohol is op dat moment ook het grootst: bij meer dan 40 procent van de ongevallen tijdens de weekendnachten is er alcohol of drugs in het spel.
Grote verschillen tussen arrondissementen
Pano onderzocht samen met Statbel en de UGent waar en wanneer rijden onder invloed het vaakst voorkomt, en of er voldoende controles plaatsvinden op die risicomomenten. Wat blijkt? De kans op een alcoholgerelateerd ongeval verschilt sterk per provincie.
In Vlaanderen en Brussel was dat afgelopen jaar gemiddeld 8,5 procent. Maar het aandeel alcoholgerelateerde ongevallen in West-Vlaanderen is aanzienlijk hoger dan bijvoorbeeld in Antwerpen of Limburg.
Wanneer we inzoomen op de verschillende arrondissementen zien we ook enkele uitschieters. Zo lag in Veurne het aandeel alcoholgerelateerde ongevallen op 13,82 procent. Maar ook in Oudenaarde (13,52 procent), Diksmuide (11,72 procent) of Kortrijk (11,55 procent) ligt het aandeel alcoholgerelateerde ongevallen een stuk hoger dan bijvoorbeeld in Antwerpen (5,73 procent) of Mechelen (6,85 procent).
De kans op een alcoholgerelateerd ongeval is in bepaalde Oost- en West-Vlaamse arrondissementen dus meer dan 2 keer zo hoog als in de regio's Antwerpen en Mechelen.
Die verschillen worden nog duidelijker wanneer we kijken naar de weekendnachten. In Veurne, Brugge, Roeselare en Tielt zijn bijna de helft of meer van alle ongevallen tijdens weekendnachten alcoholgerelateerd. In Tielt gaat het zelfs om 57 procent. In bepaalde delen van West-Vlaanderen is er een bijzonder hoog risico op alcoholgerelateerde ongevallen tijdens weekendnachten.
Alcoholcontroles: waar zijn de cijfers?
Pano sprak met verschillende experts over alcohol in het verkeer. Zij zijn het erover eens: als je mensen die te veel gedronken hebben van de baan wil houden, moet je meer controleren en dus de pakkans verhogen. Daarvoor heb je cijfers nodig van het aantal controles. Maar daar ligt net het probleem, blijkt uit het onderzoek van Pano.
Dankzij VIAS en Statbel hebben we uitgebreide cijfers over het aantal alcoholgerelateerde ongevallen, maar wanneer we op zoek gaan naar cijfers over het aantal alcoholcontroles, vallen we terug op cijfers van de BOB-campagnes, die zo'n 5 maanden per jaar duren. Voor de andere 7 maanden moeten we gissen.
“Ook wij hebben geen cijfers over hoeveel er gecontroleerd wordt door de politie buiten de BOB-campagnes”, reageert Stef Willems van VIAS. “Dat weet enkel de politie, maar die cijfers zitten zone per zone en worden niet centraal geregistreerd. Daardoor weet niemand in ons land hoe vaak er gecontroleerd wordt op bestuurders die te veel gedronken hebben achter het stuur."
Elke lokale politiezone heeft inderdaad wel eigen cijfers over het aantal controles, maar die worden nergens centraal bijgehouden en geanalyseerd. Daardoor blijft gerichte actie uit, en zijn de grootste risicogebieden onvoldoende beschermd.
Professor criminologie en expert politiewerk Sofie De Kimpe (VUB) is niet verbaasd dat de cijfers over alcoholcontroles bijna niet beschikbaar zijn. “Informatie delen en analyseren is altijd een moeilijkheid geweest voor de politie. Men heeft niet de cultuur om dat te delen, en zeker niet met de buitenwereld.”
“Vroeger was er bij de federale politie een dienst die veel meer in beeld bracht wat er in de lokale politiezones gebeurde. Die brachten ook goede praktijken in kaart. Maar die dienst is afgeschaft wegens besparingen.”
"Lokale politiezones zijn eilanden geworden. De burgemeesters sturen, samen met de korpschef, dat lokaal korps aan. Zij dragen ook de verantwoordelijkheid en financieren dat korps", legt De Kimpe verder uit. "Dat wil zeggen dat je zones hebt waar heel sterk gefinancierd wordt in verkeersbeleid, en je hebt zones waar dat niet gebeurt."
BOB-cijfers: te weinig controles op risicomomenten
VIAS berekende enkele jaren geleden dat 34 procent van alle alcoholcontroles tijdens de weekendnachten moet plaatsvinden om het risico op rijden onder invloed effectief terug te dringen. Uit de cijfers die we wél hebben, die van de BOB-campagnes, blijkt dat sinds eind 2022 slechts 6 van de 113 politiezones in Vlaanderen en Brussel die 34 procent haalden.
Maar liefst 40 politiezones voerden minder dan 10 procent van hun controles uit op risicomomenten. Bij 11 politiezones gaat het zelfs om minder dan 5 procent. Het Brusselse Gewest (26 procent) en de provincie Antwerpen (16 procent) scoren dan wel het beste, geen enkele provincie komt in de buurt van de vooropgestelde 34 procent.
West-Vlaanderen scoort als provincie het slechtst: amper 8,3 procent van de alcoholcontroles vindt er plaats tijdens de weekendnachten. Dat is verontrustend, zeker als je kijkt naar het hoge aandeel alcoholgerelateerde ongevallen in de provincie.
Politiezone Spoorkin: geen controle wanneer dat het meest nodig is
Uit de cijfers van de BOB-campagnes springt 1 politiezone in het oog: politiezone Spoorkin, die bestaat uit de gemeenten Alveringem, Lo-Reninge en Veurne. Sinds 2022 voerde de zone slechts 2 procent van alle alcoholcontroles uit tijdens weekendnachten.
Tijdens de laatste 2 BOB-campagnes was er zelfs geen enkele alcoholcontrole tijdens weekendnachten. De voorbije zomer werden slechts 61 mensen gecontroleerd, altijd overdag.
Dat is opvallend, want het aandeel alcoholgerelateerde ongevallen is nergens in Vlaanderen hoger dan in het arrondissement Veurne, dat voor een deel onder deze politiezone valt.
De cijfers van de federale wegpolitie zijn wél volledig, maar zij controleren enkel op onze snelwegen. Ook uit die cijfers blijkt dat er amper tijdens de weekendnachten wordt gecontroleerd. In Antwerpen bijvoorbeeld, waar al 30 jaar de WODCA-acties (Weekend Ongevallen Door Controles Aanpakken, red.) bestaan, zien we dat slechts 5 procent van alle controles op die momenten plaatsvinden.
Bovendien is het aantal controles ook sterk gedaald. In Antwerpen werden in 2014 nog 3.359 bestuurders gecontroleerd tijdens weekendnachten, in 2023 waren dat er nog maar 1.449.
"De federale wegpolitie kampt echt wel met een zwaar personeelstekort", reageert gouverneur van Antwerpen Cathy Berx. "Amper 42 tot 48 procent van de mensen die er zouden moeten zijn, is ingevuld. Die moeten niet alleen controles doen, maar ook interventies op de autosnelwegen."
"Dat betekent dat er eigenlijk bijna geen capaciteit meer is om effectief doorgedreven te controleren op drugs en alcohol op onze autosnelwegen."
Het belang van cijfers
Uit de cijfers die Pano samen met Statbel en de UGent analyseerde blijkt dat er minder gecontroleerd wordt wanneer en waar het risico het grootst is. Enkel en alleen met cijfers zal het probleem van alcohol in het verkeer niet worden opgelost. Toch zijn die cijfers heel belangrijk, zegt Stef Willems van VIAS.
"Als je iets wil doen aan de problematiek moet je eerst kijken hoe groot de problematiek is en welke middelen we daarvoor vrijmaken. Dat is momenteel niet voorhanden, waardoor we toch voor een deel blind varen in ons beleid om echt die problemen goed aan te pakken."
"Onze bevindingen wijzen erop dat er een mismatch is tussen de inzet van politiecapaciteit en de momenten waarop alcoholgerelateerde verkeersovertredingen het vaakst voorkomen", zegt professor Wim Hardyns (UGent), die de cijfers van de BOB-campagnes hielp analyseren. "Ik hoop dan ook dat er meer erkenning komt voor de waarde van een datagedreven strategie, en dat lokale politiezones het potentieel zien om daarmee hun slagkracht te vergroten."
Ook voor professor De Kimpe (VUB) is het belangrijk om de cijfers over controles te verzamelen en te analyseren. Niet om verschillende politiezones tegen elkaar op te zetten, maar wel om goede praktijken uit de ene politiezone uit te rollen in de andere zones. "De ervaring van de ene kan de rijkdom zijn van de anderen", zegt De Kimpe.
"Het is de bedoeling dat we met cijfers zicht krijgen op de problemen en kunnen bijsturen, maar we moeten mensen daar niet op afrekenen."
Bron: vrtnws.be en De Ochtend