Meisjes voelen zich al op zesjarige leeftijd minder slim dan jongens

Onderzoekers aan de Universiteit Illinois wilden nagaan waarom maar 30 procent van alle Amerikaanse wetenschappers en ingenieurs vrouwen waren. Ze deden een reeks experimenten met 240 vijf-, zes- en zeven-jarige meisjes en jongens over hun visie op gender in relatie tot verstand.

'Heel, héél slim'

In één van de experimenten werd over een genderneutrale persoon verteld dat die ‘heel, héél slim’ was. De kinderen moesten vervolgens uit vier foto’s, twee mannen en twee vrouwen, raden over wie het verhaal ging. In een ander experiment moesten de kinderen zeggen welk spelletje hen het beste zou liggen: eentje dat bedoeld is voor ‘héle slimme kinderen’ of eentje voor ‘kinderen die zich héél hard inzetten.’ Om nadien te kijken: op welke leeftijd kiest welk kind voor welk spel?

Het sterke geslacht

Wat bleek? Zesjarig meisjes geven veel minder vaak aan dan zesjarige jongens dat hun gendergenoten slim zijn. Ook waren de meisjes minder geïnteresseerd in de spelletjes voor ‘hélé slimme kinderen.’ “De kloof tussen beide geslachten was enorm,” zegt pedagoog Pedro De Bruyckere. “Meisjes associeerden jongens als het ‘sterke’ of ‘slimme’ geslacht." Onder de vijfjarige meisjes waren de verschillen opvallend klein. “Zowel de jongens als de meisjes associeerden intelligentie zelfs eerder met hun eigen seksegenoten."

Vanaf de wieg

“Indrukken over gender worden al vanaf de wieg meegegeven: meisjes krijgen poppen en jongens auto’s. Toch merkten de onderzoekers dat meisjes zich op zesjarige leeftijd beginnen te gedragen naar de sociale wenselijkheid. Ze starten net met de lagere school en worden erg beïnvloed door de heersende stereotypen over verstand,” legt De Bruyckere uit. “Het is niet duidelijk of het een bewust proces is.”