Hautekiet
Mijn jihad van de liefde
vr 23 dec. - 10:54
Sinds Mohamed El Bachiri zijn vrouw verloor bij de terroristische aanslagen in Brussel, is zijn verdriet onmetelijk. Maar door de liefde blijft hij overeind.
Ik ben Mohamed El Bachiri, Marokkaanse Belg, moslim en Molenbekenaar. Door mijn naam, mijn godsdienst en de trieste reputatie van mijn gemeente, beschouwt een deel van de bevolking en van de wereld mij als een potentiële terrorist. En dat doet me veel pijn.
Ik ben ook de man van Loubna Lafquiri, mijn grote liefde, mijn vriendin, de moeder van mijn kinderen, die op 22 maart 2016 bij de aanslagen in Brussel om het leven is gekomen. Loubna was een vrouw met een ongeëvenaarde schoonheid en een eindeloze goedheid. Haar blik, haar glimlach, haar aanwezigheid gaven mij het gevoel dat ik de knapste, de rijkste, de gelukkigste van alle mannen was. Vandaag is mijn verdriet onmetelijk en blijf ik alleen overeind dankzij en door de liefde. De liefde voor mijn vrouw, mijn kinderen, het leven en de mensheid.
Die liefde heeft mij aangespoord om op een avond in een kerk in Molenbeek, waar christenen, moslims en anderen in een geest van broederlijkheid een maaltijd hadden gedeeld, op te roepen tot de jihad. Jawel, ik heb de jongeren opgeroepen tot de jihad. Maar niet om het even welke jihad. Dit is de jihad zonder haat, die last die het hart verzwaart. Het is de echtste, de edelste, de mooiste strijd voor een moslim die zich tegen de terreur verzet. Het is de jihad die mij aanspoort om naar de ander toe te gaan, de broeder die van mij verschilt, om hem toe te lachen, hem te begrijpen en empathie te tonen. Het is de jihad van de liefde, die de omhelzing zoekt om de vlammen van de wrok te doven en die zijn waarheid niet oplegt, want zoals de Koran zegt: la ikraha fi dine, ‘er is geen dwang in het geloof’.
Menselijkheid heeft voorrang op geloof
Deze jihad, mijn jihad, schreeuwt zijn liefde uit voor het Westen, dat deel van de wereld waar ik ben geboren en dat mij zoveel heeft geschonken. Ik, kind van het universum, broeder in menselijkheid. De jihad van de liefde moet het antwoord zijn op de mensen die ons willen verdelen en die geweld en terrorisme propageren – alsof het gejammer van de overwonnenen op een slagveld een symfonie zou zijn tot glorie van een triomfantelijke God. Vervloekt zij de oorlog, vervloekt het terrorisme.
Ik ga terug naar de essentie, de liefde die het uitgangspunt zou moeten zijn van alle ideeën, alle godsdiensten, alle mensen. Ze zou een universele kracht moeten zijn, de basis van elke communicatie tussen mensen. In die door de liefde gestuurde relatie beweert niemand de waarheid in pacht te hebben en wil niemand ze opleggen. We zijn allemaal op zoek naar de waarheid, dat is een eigenschap van het ‘redelijke dier’ dat wij zijn. Die zoektocht is ons persoonlijke pad naar wat de Grieken ataraxis noemden, de volstrekte gemoedsrust.
Ik heb de islam als pad gekozen, maar het is een pad dat ik volg omdat ik op de eerste plaats een mens ben. Daaruit volgt logisch dat mijn menselijkheid voorrang heeft op mijn geloof. Mijn menselijkheid, met alle humanistische waarden die eruit voortvloeien: de heiligheid van het leven, de vrije wil, de broederlijke verhouding met alle anderen. Een humanistische moslim zijn, dat betekent de diversiteit aanvaarden, ervan genieten en ze als een voorrecht beschouwen. Het is ook het vermogen om bepaalde teksten van de Koran in hun context te plaatsen, vooral de oorlogsverzen, door ze als historische verhalen uit de zevende eeuw te zien die nooit een voorwendsel mogen zijn om te schaden of te doden.
Een humanistische moslim zijn , dat betekent belangstelling hebben voor onze gemeenschappelijke geschiedenis, die van de mensheid en van alle mensen die de wereld beter hebben gemaakt, in het oude Griekenland, Mesopotamië, Rome, China, het oosten en het westen. Het betekent dat je de hemel even vergeet en naar je naasten kijkt, dat je glimlacht en begrijpt. En zelfs als mijn naaste de tegenpool is van mijn ideeën, van mijn geloof, heeft hij nog altijd een stukje waarheid. Zoals Heraclitus zei: er is een waarheid in een zaak en in haar tegendeel. Ik ben zelf tegenstrijdigheid, verdeeld tussen rede en mysticisme, geloof en scepticisme. Maar altijd en tot de laatste ademtocht bezield door liefde.
In deze moeilijke en onzekere tijden roep ik op tot dialoog en delen. Laten we naar de goedheid van de mens kijken in plaats van naar de waanzin en de haat. Want die goedheid is de echte bron van inspiratie en van hoop voor onze kinderen, die deze wereld van ons zullen erven. Ik wil ook het belang van de cultuur benadrukken, want zij leidt naar openheid.
Wanneer ik aan Averroes denk, de islamitische filosoof die met zijn vele commentaren en vertalingen van Griekse teksten het leeuwendeel van het Aristoteliaanse denken naar het Westen heeft gebracht – en die door Rafaël werd vereeuwigd in een fresco in het Vaticaan – voel ik een diepe emotie en weet ik dat wij moslims aan de grootheid van het Westen konden en kunnen bijdragen. En dat er geen ‘botsing van beschavingen’ is maar wel een prachtige ontmoeting.
Ik wil besluiten met een tekst die ik ‘Allahoe akbar’ heb genoemd en die ik na het verlies van mijn vrouw heb geschreven. Het is mijn antwoord op de mensen die mijn leven hebben verwoest.
‘Allahoe akbar’ een zacht gefluister uit het hart, onhoorbaar maar veel echter dan de kreet van de terrorist.
‘Allahoe akbar’ voor de liefde voor mijn land, mijn vlakke land, en voor het Marokkaanse koninkrijk.
‘Allahoe akbar’ voor de schoonheid, voor de kunst, die emoties oproept die een hart van steen tot tranen zou bewegen.
‘Allahoe akbar’ voor de diversiteit van culturen, van godsdiensten, van mensen met wie je praat, met wie je deelt en van wie je uiteindelijk in een geest van broederlijkheid aanvaardt dat iedereen een eigen waarheid heeft.
‘Allahoe akbar’ om het geweld af te wijzen en je in te zetten voor de vrede en de vriendschap tussen de volkeren.
‘Allahoe akbar’ wanneer ik jou – jood, atheïst of christen – glimlachend de hand reik.
‘Allahoe akbar’ voor wie begrijpt dat God liefde is en dat alleen die universele kracht, de liefde voor de naaste, de mens kan redden.
‘Allahoe akbar’ als zoete gedachte en gebed voor jou, Loubna, mijn geliefde, en voor alle slachtoffers die eeuwig in ons hart en onze herinnering blijven leven.