De toestand is hopeloos maar niet ernstig
"Misschien moest er maar eens een Sad Facebook komen, ik denk dat we daar veel mensen een plezier mee doen"
zo 26 apr. - 4:17
Toen ik een jongetje was, in de jaren ’50 en 60, en mijn ouders een abonnement hadden op Gazet van Antwerpen, stond daar een paar keer per week een rubriek in, ik geloof op bladzijde 2, die me erg beviel. Het was een soort column, zeer avant la lettre, en hij werd geschreven door Marc Callewaert die het voor de rest in de krant over kunst en tentoonstellingen had.
De rubriek heette “Men schrijft niet alles maar…” en Marc Callewaert ondertekende zijn stukjes met Marcus. Ik heb Marcus vanmorgen even nagetrokken. Hij werd geboren in 1927 en volgens Google leeft hij alleen nog voort in een aantal citaten en aforismen, ik heb er een paar voor u overgeschreven.
Eén gaat zo: De man bewondert de vrouw die hem doet nadenken, acht de vrouw die hem doet lachen, houdt van het meisje dat hem doet lijden en trouwt met de vrouw die hem vleit. Een tweede: Als je van de natuur houdt, blijf dan in de stad wonen. En nog één (u moet maar eens kijken, er staan er tientallen op de site): Onlangs zag ik in de trein een man die een boek las. Verder was hij volkomen normaal.
Marcus ging in zijn rubriek in rechtstreekse dialoog met zijn lezers. Ben A.. uit Wommelgem of Anita V.D. uit Puurs schreef hem een brief en daar ging Marcus dan in zijn volgende column al dan niet uitgebreid op in.
En zo heb IK ook mijn eerste lezersbrief geschreven. Ik weet hem nog bijna letterlijk: ‘Beste Marcus, zouden mensen het niet minder erg vinden om te sterven wanneer ze wisten dat er een meteoor op hen afkomt en MET HEN iedereen tegelijk dood zou gaan? Is de angst om te sterven ons niet ingegeven omdat we beseffen dat alle mensen die we kennen na ons nog onbekommerd zullen verder leven?” U merkt: ik heb mijn zonnige natuur al van heel vroeg.
Het antwoord van Marcus, een week later was vernietigend: Hij had nog nooit, NOOIT in hoofdletters zo’n verschrikkelijk egoïstische gedachte gehoord. Het was juist een troost, schreef hij, dat we bij het heengaan zouden weten dat nà ons de vogeltjes nog zouden fluiten, de bloemen bloeien en iedereen zijn vrolijke gang zou gaan.
Daar kon ik het mee doen en ik heb er zestig jaar nooit meer over nagedacht, tot ik vorige week op de radio bij Pat Donnez een Zen-meneer ongeveer hetzelfde hoorde zeggen: mensen die zich VOOR de Coronacrisis al jaren wat eenzaam voelden, buitenstaanders, uitgesloten van het volle leven, weten zich nu eindelijk opgenomen in de algemene ellende en voelen zich niet langer alleen.
Ik denk dat dat klopt. Ik denk dat mensen vaak ongelukkig zijn omdat ze het gevoel hebben dat ze de enige zijn. Op Facebook bijvoorbeeld zet iedereen alleen maar leuke berichten: kijk hoe mooi het wéér was op onze vakantie aan het Comomeer, we hebben een nieuw huis gekocht en we zijn dolgelukkig, de kleine Sven heeft zijn zwembrevet, papa is 90 geworden en nog kerngezond (zie foto).
Misschien moest er maar eens een Sad Facebook komen: we zijn uitgeregend in Como en onze auto is gestolen, de kelder van onze nieuwe huis staat onder water, de kleine Sven was bijna verzopen en opa is overreden op weg naar het feest.
Ik denk dat we daar veel mensen een plezier mee zouden doen.
Beluister de column van Paul Jacobs voor 'De toestand is hopeloos, maar niet ernstig':
Lees ook:
"Waarom is de cultuurproducent, eerst uitgekreten voor subsidieslurper, nu plots de melkboer die aan huis moet leveren?"
"Hoe ziet het post-coronatijdperk eruit? Ik hoop anders, helemaal anders"
"Deze crisis zorgt voor ongekende laagtes in mijn bestaan. Van groot naar klein"