De Ochtend
Onze lentes worden steeds droger: kunnen nattere winters dat compenseren?
vr 28 mei - 4:27
De klimaatverandering in ons land heeft vele gezichten, zoals meer en intensere hittegolven tijdens de zomer, zachtere winters, lange droge periodes en intensieve regenval tijdens de zomer.
Dat zijn de meest bekende, maar er wordt ook gesproken over nattere winters en drogere lentes. Als we kijken naar de cijfers van de voorbije decennia, zien we alvast dat de weerkundige lente in Ukkel (maart-april-mei) effectief steeds droger wordt. Ook onze winters worden steeds natter. VRTNWS vroeg het KMI om de trends te berekenen en in beeld te brengen. Wat vertellen de cijfers van de voorbije decennia ons, en wat mogen we verwachten de komende jaren?
Hoeveel droger zijn onze lentes?
Het effect van die drogere lentes hebben we vorig jaar nog aan den lijve ondervonden: toen waren april en mei samen de droogste sinds het begin van de metingen. Dat was maar één jaar natuurlijk. Zit er ook een trend in op de langere termijn? Ja, zo blijkt: uit cijfers over de langere periode voor Ukkel blijkt dat er ook klimatologisch iets aan het verschuiven is. Als we de neerslagtotalen voor de weerkundige lentes (maart, april en mei) door de jaren heen naast elkaar leggen, dan gaat de curve de jongste decennia duidelijk in dalende lijn. Hoe sterk de daling is, hangt af van hoe je het precies bekijkt.
Het KMI bestudeerde de data in Ukkel sinds het begin van de waarnemingen in 1833 en nam daarbij de periode van 1961 tot 1990 als referentieperiode om afwijkingen in kaart te brengen. "We zien dat sinds 1961 de neerslagcurve in de lentes gemiddeld met 4 procent is gedaald per decennium", zegt Rozemien De Troch.
Als we naar de meer recente afname kijken tijdens de voorbije 40 jaar, zijn de cijfers nog duidelijker: "Sinds 1981 zien we elke 10 jaar gemiddeld een afname van 9 procent vergeleken met de gemiddelde neerslag tussen 1961 en 1990," schetst Rozemien De Troch. Het gaat om een statistisch significante afname.
Laat je hierbij niet misleiden door de natte meimaand die we momenteel beleven: zelfs met mei erbij geteld zal er deze hele weerkundige lente (maart, april en mei samen) niet echt veel meer neerslag gevallen zijn dan normaal.
Een andere blik op de cijfers bevestigt de daling: de normaalwaarde voor de 30-jarige periode 1991-2020 lag met 165,6 millimeter per lente zowat 17,5 procent lager dan de referentiewaarde 1961-1990 die 200,8 mm bedroeg.
De vorige jaren zijn we karig bedeeld geweest: vorig jaar viel er 105 mm, in 2019 ongeveer 176 mm, en in 2018 konden we rekenen op 150 mm. Van de vijf droogste lentes in de periode van 1981 tot 2020 vallen er drie in het voorbije decennium. De vijf droogtste lentes (wat betreft neerslagtotalen) in Ukkel zijn: 2011 (70,7 mm), 2014 (92,2 mm), 2004 (103 mm), 1996 (105,5 mm) en dus 2020 (105,71 mm).
Hoeveel natter zijn onze winters?
Misschien kunnen onze winters soelaas brengen. Die zijn niet enkel zachter geworden, maar ook natter. Sinds 1961 is er een statistisch significante stijging van bijna 5 procent per decennium, zegt De Troch. Als we de trend bekijken sinds 1981, dan gaat die ook omhoog, maar (nog) niet statistisch significant.
Wat brengt de toekomst?
In zijn klimaatrapport van vorig jaar, met projecties voor de toekomst, had het KMI het o.a. over steeds nattere winters. Voor het voorjaar was de toekomstige trend iets minder uitgesproken, maar we kunnen evolueren naar lentes met meer droge periodes, zegt Rozemien De Troch.
"Projecties voor neerslag zijn altijd iets moeilijker, want het gaat om een meer variabele parameter. Voor de lente vielen niet alle modellen samen, voor de winter kwamen de meeste regionale klimaatmodellen wél overeen. De projecties voor de winter tonen een toename in neerslag."
De huidige neerslagtrend voor onze winters zal zich dus doorzetten, terwijl er iets meer onzekerheid is over de lentes. Los daarvan verwachten wetenschappers sowieso een verdere opwarming en een groter aantal hittegolven. Regenval tijdens de zomer zal wellicht intenser worden, met veel neerslag op korte tijd. En dat is niet ideaal om de watervoorraden in de natuur aan te vullen.
Bekijk hier wat Rozemien De Troch vertelt over de toekomst:
Kunnen nattere winters het plaatje compenseren?
Als de winters natter worden, zal het erop aan komen om het hemelwater nog beter op te vangen en te bufferen. De maatregelen zoals voorzien in de Blue Deal worden dus nog belangrijker.
"Op zich zijn die nattere winters goed nieuws", onderstreept Marijke Huysmans, professor aan de VUB en expert in grondwater. "Maar we moeten erin slagen om het water vast te houden, en dat doen we het best in de ondergrond, de waterreserves onder onze voeten dus." De lage grondwaterstanden van de jongste jaren zijn in dat opzicht geen goed nieuws.
Huysmans ziet twee manieren voor een betere ondergrondse opslag: "We moeten het water nog beter laten infiltreren tijdens die winters en het dan goed vasthouden in de ondergrond." Het verhaal van de ontharding komt hier dus opnieuw naar boven: hoe minder verharde oppervlaktes, hoe beter de regen kan insijpelen. Bovendien gaat het tijdens de winter vaak om langere periodes van regen met minder intense regenval dan pakweg in de zomer, ideaal voor de insijpeling in de bodem. In de winter gaat er ook minder neerslag verdampen of opgenomen worden door planten en gewassen, waardoor er meer overblijft om in de bodem te infiltreren en het grondwater te voeden.
Het vasthouden zelf kan door het minder snel af te voeren via allerlei grachten en beken. De landbouw kan hieraan meewerken en kan hier zelf beter van worden, zegt Huysmans. Als we dat water beter vasthouden, worden we iets minder kwetsbaar voor droogtes: "Eigenlijk kan je zeggen dat je de impact van een droogteperiode met enkele weken kan uitstellen."
De landbouw zou actief regenwater kunnen opvangen en het minder snel laten wegstromen, maar daar stopt het niet: "Particulieren kunnen nog meer regenwater gebruiken in het huishouden (via regenwaterputten), bedrijven kunnen werken met circulair water, waarbij ze b.v. gebruikt afvalwater recycleren, en voor de landbouw wordt volop gewerkt aan gewassen die meer resistent zijn tegen droogte en dus minder kwetsbaar tijdens droge periodes."
Welke gevolgen heeft dit alles?
De cijfers van de voorbije 30 jaar tonen dat er structureel iets aan de hand is met onze lentes. Ze worden steeds droger, en laat de lente nu net een belangrijke periode zijn voor onze natuur. Drogere lentes (en zomers) betekent bijvoorbeeld dat bomen het moeilijker krijgen en verzwakken, en vatbaarder worden voor ziektes.
Jonge bomen, die nog niet zo diep wortelen, zijn nog vatbaarder voor droogtes dan al wat oudere exemplaren, vertelde Bert De Somviele van Bos+ ons eerder: "We maken ons veel zorgen over jonge bossen. Droge lentes en zomers zijn heel problematisch voor hen, want de wortels zitten nog niet diep. We zien dat jonge aanplantingen het moeilijk hebben: dit legt een hypotheek op de toekomst van onze bossen."
Drogere lentes betekent ook dat we met lagere grondwaterstanden minder goed gewapend zijn tegen drogere zomers, net omdat de basis waarop we starten na het voorjaar dunner wordt.
Luister naar Professor Marijke Huysmans van de VUB via Radio 1 Select
Bron: vrtnws.be en De ochtend