Ook Oosterweel valt ten prooi aan "wet van Flyvbjerg": waarom grote overheidsprojecten vaak meer kosten dan verwacht
wo 30 okt. - 9:42
De Oosterweelverbinding zal geen 6,8 miljard euro kosten, maar ruim 10 miljard euro. Dat geeft bouwheer Lantis vandaag toe. De kosten stijgen met ruim 3 miljard euro door de inflatie (de algemene prijzenstijging), maar ook bijvoorbeeld door de verwerking van gronden die met PFAS vervuild zijn.
Het is geen verrassing dat de prijs en de timing van het mobiliteitsproject uit de hand lopen. Het past naadloos binnen de zogenoemde "ijzeren wet van Flyvbjerg". Die is vernoemd naar de gelijknamige Deense geograaf Bent Flyvbjerg, legt transporteconoom Thierry Vanelslander (Universiteit Antwerpen) uit. "De stelling komt er kort gezegd op neer dat de kosten van grote infrastructuurprojecten vanuit de overheid in de regel worden onderschat en de voordelen overschat", zegt Vanelslander.
Oosterweel is daarin geen uitzondering. Vorige week was er bijvoorbeeld nog het nieuws over het energie-eiland dat voor de Belgische kust wordt gebouwd. Daarvan zal de kostprijs stijgen van 2,2 naar 7 tot zelfs 8 miljard euro: een verdrievoudiging. Om nog niet te spreken van het project voor metrolijn 3 in Brussel.
3 redenen
De econoom ziet 3 redenen voor de kostenstijging specifiek bij Oosterweel. "Ten eerste zijn er de economische redenen: de kosten veranderen door de inflatie. De oorlog in Oekraïne heeft bijvoorbeeld energie veel duurder gemaakt, wat impact heeft op de prijs."
"Daarnaast zijn er sociale factoren: men moet een project verkocht krijgen bij de bevolking." Lantis wijst zelf bijvoorbeeld een deel van de kostenstijging toe aan de 'leefbaarheidsprojecten' die in 2017 werden toegevoegd aan de plannen, en de overkapping van de noordelijke ring.
"Tot slot zijn er ook psychologische factoren: Lantis en de overheid proberen zo'n project erdoor te krijgen. Dan proberen ze de kosten-batenverhouding zo goed mogelijk voor te stellen naar de burger toe", zegt Vanelslander. "We gaan er altijd van uit dat alles rationeel besloten wordt, maar dat is niet noodzakelijk het geval."
Kosten voor de weggebruiker
De gestegen kosten door de inflatie worden doorgerekend aan de Belgische en internationale weggebruikers via tolgeld. Die wordt nu al betaald in onder andere de Liefkenshoektunnel en zal ook in andere tunnels worden geïnd.
Maar de andere PFAS-kosten en de kosten door vergunningskwesties - goed voor zo'n 2 miljard euro in totaal - noemt Lantis een "extern risico". Die kosten moeten gedragen worden via de Vlaamse overheid. Volgende week is daarover een politiek stuurcomité gepland, met onder andere Vlaams minister-president Matthias Diependaele (N-VA) en Antwerps burgemeester Bart De Wever (N-VA).
In 2022 werd al een 'saneringsovereenkomst' gesloten met het bedrijf 3M, dat verantwoordelijk is voor de PFAS-vervuiling op de site. 3M zou volgens die overeenkomst ruim een half miljard euro moeten betalen, waarvan minstens 250 miljoen euro voor de dringende sanering op de site. Maar in juni dagvaardde Lantis het bedrijf 3M al, omdat het een deel van die verplichtingen nog niet zou zijn nagekomen.
Op voorhand
Volgens Vanelslander is het moeilijk om de kosten van grote infrastructuurprojecten op voorhand meer realistisch in te schatten. "Je zou al zwaar moeten overschatten, maar dat komt ook vreemd over naar de bevolking toe. Zo'n boodschap is moeilijk politiek te verkopen."
"Ook de eigen regelgevende context verandert, en dat heeft een impact op de kosten. Ook de baten zijn moeilijk in te schatten over een langere tijd. Gaan we binnen 30 jaar, als dit project volledig uitgerold is, nog evenveel met de auto rijden? Dat is moeilijk te voorspellen."
Bron: VRT NWS & De Wereld Vandaag
Oosterweel