Tamino - Sahar
Alsof zijn moeder wist wat hij zou worden, noemde ze hem Tamino naar de hoofdrol in Mozarts ‘Die Zauberflöte’. Drie hofdames bij de koningin van de nacht ruziën in die opera om tijd alleen met prins Tamino. Maar uiteindelijk verovert hij Pamina, dochter van de vorstin, door een toverfluit te bespelen die dieren doet dansen.
Op ‘Sahar’ verleidt Tamino met de oed, een duizenden jaren oud oosters snaarinstrument dat hij tijdens de pandemie onderwezen kreeg van een Syrische vluchteling. Hij weeft die oed ragfijn door tien uitgepuurde songs. Waarin hij minder dan op debuut ‘Amir’ de uitersten van zijn vier octaven omvattende stembereik opzoekt. Omdat wat hij schreef deze keer beter gediend was door de lagere regionen.
‘Sahar’ liet vier jaar op zich wachten en klinkt gerijpt. De verwachtingen die Tamino deze zomer op Pukkelpop wekte meer dan ingelost. Ons apenlandje heeft er weer één waarmee we internationaal buiten kunnen komen. Zijn vorige werd 126 miljoen keer gestreamd, deze verdient er 200 miljoen. De verwarming een paar graden lager, een warme deken en ‘Sahar’ op repeat: zo komen we de winter door.
Je hoort natuurlijk Jeff en Tim Buckley in ‘onze’ Tamino en Thom Yorke ook (Radiohead-bassist Colin Greenwood speelt niet voor niks in Tamino’s band). Maar referenties doen zijn eigenheid tekort. Want hij trekt je van bij de eerste woorden op ‘Sahar’ een eeuwenoude wereld binnen. “The songs you never sung, are the ones you know”: dit is muziek die je al lijkt te kennen. Met Tamino als doorgeefluik tussen generaties en culturen.