“Veel modemerken verbranden gewoon hun overschotten”
do 11 okt. - 11:53
Modeontwerpster Maxime Cartens werkte bij Karl Lagerfeld en H&M. Dat lijkt een droom voor ontwerpsters, maar zij was er niet gelukkig. “Ik begon meer en meer het totaalplaatje van het productieproces te zien. Sommige modehuizen maken tot zestien collecties per jaar. Dat is dan allemaal trendgevoelige kledij, waar je ook snel weer op uitgekeken bent. En de hoeveelheid kleren die geproduceerd wordt, is krankzinnig. Veel merken verbranden gewoon hun overschotten. Dat gaat niet eens naar een goed doel. De impact op het milieu is gigantisch.”
Maxime vond binnen het aanbod ook niet wat ze wou. “Ik was op zoek naar een perfecte parka, maar er was geen enkel model dat me helemaal beviel.” En omdat ze toch al kledij wou maken die veel duurzamer is, startte ze een eigen kledingzaak: Teym.
“Met Teym maak ik één stuk stuk per jaar. Ik ben natuurljik begonnen met de perfecte parka. Die is gemaakt van kwaliteitsvolle materialen, en ik ontwierp zelf de patronen. De bedoeling is om iets te maken dat tijdloos is. Over tien jaar moet het er ook nog stijlvol uitzien. Net zoals James Dean er in zijn simpele jeans en T-shirt ook nog altijd cool uitziet. Met mijn modemerk wil ik onderzoeken hoe zoiets kan. En daarvoor neem ik mijn tijd.”
Zonder tussenpersonen
Is dat geen commerciële zelfmoord? “Veel mensen hebben me inderdaad afgeraden om dit zo te doen. Maar er zijn veel mensen die net als ik minder willen consumeren, maar meer willen investeren in items waar ze écht blij mee zijn en waar ze lang iets aan hebben.”
“Ik verdien ook meer geld aan de kleren omdat ik zo veel mogelijk tussenpersonen vermijd. Je vindt mijn kleren online en via popupstores, dus ik verdien er vooral zelf iets aan. Verder maak ik ook alles binnen Europa. Zo weet ik ook zeker dat mijn kleren gemaakt zijn in goede arbeidsomstandigheden.”