Nieuwe Feiten
Vermeersch over de liefde: “Ik ben één keer verliefd geweest, het heeft niet lang geduurd”
vr 25 jan. - 1:46
Vermeersch: “Passionele liefde vind ik een bijzonder onbehaaglijk ding.”
De Jonge: “Ja?”
Vermeersch: “O ja. Het is me één keer overkomen, maar dat heeft niet lang geduurd. Passionele liefde betekent gewoon dat je voortdurend ongerust bent. Dat je onzeker bent.”
De Jonge: “Wat voor soort iemand kan dat in u opwekken?”
Vermeersch: “Dat was een bijzonder mooi meisje in die tijd. Een zeer mooi meisje. Ik ben er, geloof ik, twee à drie weken op verliefd geweest. Dan heb ik gezegd: ‘nu is het genoeg geweest’. Het is geen leven meer.”
De Jonge: “U kent het dus wel, dat gevoel, die passie?”
Vermeersch: “Ja, maar blijkbaar is er toch een verschil tussen mij en anderen. Ik dacht: dit is geen leven meer. Ik moet er vanaf. En ik kón er ook vanaf. Ik zei gewoon: ‘het is gedaan’.” (..) “Als je het over intimiteit hebt, ben ik wel voor het rustige samenzijn. Samen dezelfde dingen appreciëren, samen over van alles kunnen praten. Dat is voor mij intimiteit. Zonder dat daar zo’n passie bij komt.”
De Jonge: “Maar u zei me daarnet dat het moeilijk is voor een man om het niet even te proberen, als hij een naakte vrouw ziet. Dat begrijpt u dan wel?”
Vermeersch: “Tuurlijk. Er is een normale aantrekkingskracht. Maar daar komt niet noodzakelijk passie bij kijken. Als dat gedaan is, ga je iets drinken, praat je nog wat. En dan is het ook weer gedaan. Ik ben altijd verwonderd over de antwoorden op de vraag ‘met wie wil het u graag eens doen?’ in Humo. Veel mensen zeggen dat ze het met niemand anders kunnen doen dan met hun partner. Ik begrijp dat helemaal niet. Ik kan dat met hónderden mensen doen. Niet dat ik het daarom allemaal doe. Want daar heb ik geen tijd voor. Maar de partner is iemand waarmee je intimiteit hebt. Je kan wederzijds op elkaar steunen, je gaat met elkaar door het leven. Maar de erotische aantrekkingskracht vind je toch bij iedereen? Passie is aan mij niet besteed.”
Liefde voor God?
De Jonge: “Uw grootste passie beleefde u bij de jezuïeten, las ik. Wat moet ik me daarbij voorstellen?”
Vermeersch: “Dat de tranen over je wangen lopen van geluk. Dat is wat men ook ervaart in de mystiek. Het is een belevenis van contact met God, waarin de overtuiging zit dat je er echt contact mee hebt. Je bent overtuigd van je liefde voor God. En vice versa. Je voelt je dankbaar. Dat geeft aanleiding tot een gevoel van geluk. Maar nu denk ik dat je dat allemaal zélf produceert. Er is geen reëel contact met God, je maakt die godheid zelf. Je hebt contact met iets wat je op voorhand zelf geschapen hebt. Dat is nu mijn overtuiging, maar zolang je daarin gelooft, kan je daar zeer, zeer diep door ontroerd zijn. Nu heb ik dat alleen nog met muziek.”