Vlaamse overheid moet volledig persoonsvolgend budget uitbetalen aan vrouw met handicap

De zaak draait rond een jonge vrouw met een ernstige beperking, die in december 2016 een aanvraag indiende bij het VAPH om haar persoonsvolgend budget (PVB) uit te breiden. De verhoging werd toegekend, maar de vrouw werd in afwachting van de effectieve uitbetaling op de wachtlijst van prioriteitengroep 2 geplaatst. 

Ze stond bovenaan op die wachtlijst om het volledige PVB te ontvangen, toen de Vlaamse regering besliste om het experiment met de tijdelijke deelbudgetten in te voeren. Daardoor ontving ze slechts de helft van de uitbreiding van haar PVB, en als gevolg van een nieuwe methode van budgetbepaling viel dat halftijds PVB bovendien lager uit dan ervoor het geval zou zijn geweest.

De vrouw tekende beroep aan bij de arbeidsrechtbank Gent, afdeling Oudenaarde, die het VAPH oplegde om de herberekening van het gehalveerde budget te annuleren, en meteen het volledige PVB aan de persoon met een handicap uit te betalen. Tegen dat laatste ging het VAPH in beroep, maar tevergeefs, blijkt nu. Het arbeidshof heeft de beslissing van de arbeidsrechtbank wat betreft het toekennen van het volledig PVB namelijk bevestigd.

Het experiment met tijdelijke deelbudgetten vormt een ongeoorloofde aanzienlijke vermindering van het sociaal beschermingsniveau van de vrouw, meent het arbeidshof. Het stelt voorts dat het welzijn van de persoon met een handicap primeert op de maatschappelijke belangen van het systeem van tijdelijke deelbudgetten. 

"Door de beslissing van het VAPH kan deze vrouw na vijf jaar wachten nog steeds niet alle nodige zorg en ondersteuning aankopen. Bovendien bestaat er geen enkel perspectief wanneer dit ooit zal kunnen, want aan het experiment van de deelbudgetten is geen enkele termijn verbonden", klinkt het.

Bron: vrtnws.be en De Ochtend