De Wereld van Sofie
Waarom verwijzen we in onze taal zo vaak naar het weer?
do 20 mei - 11:37
Link tussen het weer, emoties en taal
“We vallen vaak terug op metaforen om onze gevoelens te uiten. Een subjectieve beleving laat zich nu eenmaal makkelijk vertalen in een uitdrukking. De meeste metaforen en uitdrukkingen zijn zo ingebakken in ons taalgebruik dat we ons er nog amper bewust van zijn”, legt Freek Van de Velde uit. Dat we vaak naar het weer teruggrijpen om onze emoties uit te drukken is niet onlogisch. Van de Velde: “We worden allemaal geconfronteerd met regen en zonneschijn. Bovendien kijkt niemand raar op van een praatje over het weer. Dat maakt dat het weer een hofleverancier van uitdrukkingen is in onze taal”.
"Je verwijst naar het weer waar je het meest vertrouwd mee bent”
De connectie tussen taal en weer overstijgt de landsgrenzen. “De link tussen emoties en het weer, hemellichamen of natuurfenomen komt wellicht in zowat alle talen voor”, volgens Van de Velde. Toch zijn er culturele verschillen. “In een regenachtig land als België of Engeland speelt neerslag een grotere rol dan in het zuiden. Je verwijst immers naar het weer waar je het meest vertrouwd mee bent.”
Hebban olla vogala nestas
Ook in de muziek en literatuur is het weer een dankbare inspiratiebron om emoties en gevoelens te vatten. Bob Dylan kan geen nummer schrijven zonder naar het weer te refereren. In de literatuur waren ze er ook al vroeg bij met natuurverwijzingen. Van de Velde: “Zelfs het bekende 11e-eeuws Oudnederlands zinnetje ‘Hebban olla vogala nestas’ verwijst naar de lente en de natuur. De link tussen natuur, of weer, en emoties is dus iets heel natuurlijks en gaat al eeuwen mee.
Feeling under the weather
In het Engelse is er zelfs de uitdrukking ‘feeling under the weather’, wat zoveel betekent als 'je niet goed voelen'. De oorsprong zou in het zeewezen liggen. Van de Velde: “Zeelieden zouden zich bij stormachtig weer aan de kant van de boeg verschuilen die als de 'weather zijde' bekend staat. Maar etymologisch wordt er al snel verwezen naar de zeewereld voor het verklaren van taalkwesties. Dus helemaal zeker zijn we niet van dat verhaal”, concludeert Van de Velde voorzichtig.