De wereld van Sofie
Wielerkoorts stijgt met Ronde van Vlaanderen in aantocht, zijn we altijd al koersgek?
vr 29 mrt. - 0:00
Vlaanderens Mooiste. Zo wordt de Ronde van Vlaanderen vaak genoemd. En ook de kijkcijfers zijn elk jaar mooi. In 2023 werden er zowel bij de mannen als bij de vrouwen kijkcijferrecords neergezet. Op het piekmoment werden er zelfs 1.639.275 kijkers geteld bij de mannen. Bij de vrouwen waren er gemiddeld 1.030.099 kijkers.
Langs het parcours van de Ronde van Vlaanderen en die andere voorjaarsklassiekers, zoals bijvoorbeeld Luik-Bastenaken-Luik, staan er elk jaar óók nog eens honderdduizenden mensen.
Het is duidelijk: de koers leeft. Maar was dat altijd zo? Waarom is wielrennen zo populair in ons land? Sofie Lemaire zocht naar antwoorden in de podcast 'Snelle geschiedenis'.
Hoe het begon: de kersmiskoers
De eerste fietsen zag je al in 1817. Het waren loopfietsen die later zouden evolueren tot de fiets zoals we die nu kennen.
In de 19de eeuw werd die fiets voornamelijk gebruikt door de elite. Een fiets was immers duur, en enkel de burgerij had tijd om ermee rond te rijden. Maar vanaf 1900 werd alles anders, het was een scharniermoment. De hogere klassen begonnen zich te focussen op dat andere vervoermiddel - de auto - en de fiets werd het transportmiddel van de gewone man. Hij ging ermee naar de fabriek of naar het veld.
Rond die tijd deed ook de kermiskoers haar intrede in zowat elk Vlaams dorp. Het waren kleine koerswedstrijden die al meteen een formeler karakter kregen toen de gemeentebesturen en de lokale middenstand ze gingen ondersteunen.
Die kermiskoersen waren al heel snel populair: de renners die eraan meededen waren gewone jongens uit het dorp, en iedereen kende wel iemand die eraan deelnam. Van een broer tot een nonkel. Van je beste maat tot een verre neef. Wat al helemaal prikkelend was: af en toe bleek een van die jongens nog eens een geweldig talent te zijn.
Cyrille Van Hauwaert: onze eerste volksheld
Een van die gewone jongens die al snel opviel, was Cyrille Van Hauwaert. Hij was een West-Vlaamse arbeider die begon als kermiscoureur, maar uiteindelijk profrenner werd, van 1907 tot 1915.
Van Hauwaert won als eerste Belg de klassiekers Bordeaux-Parijs, Milaan - San Remo en Parijs-Roubaix. Telkens als hij thuis kwam, werd hij als een volksheld ontvangen.
Cyrille Van Hauwaert: de profrenner die al snel een volksheld werd
De invloed van de pers
Ook de pers raakte gebeten door de koersmicrobe. Ze was niet enkel geïnteresseerd om over al die koersen te schrijven, maar ging ook wedstrijden organiseren.
“Als je een eigen koers hebt, kan je je krant volschrijven met voorbeschouwingen, of een verslag”, zegt wielerhistoricus Dries De Zaeytijd van 'KOERS. Museum van de Wielersport' in de podcast 'Snelle geschiedenis'. “Op die manier gingen veel mensen ook een krant kopen.”
Zo ontstond ook de Ronde van Vlaanderen. In 1913 werd die wielerwedstrijd voor het eerst georganiseerd door de sportkrant Sportwereld. “Die krant werd gigantisch populair dankzij die koersverslaggeving, en dankzij de Ronde van Vlaanderen.”
Die verbondenheid tussen pers en koers bestaat trouwens vandaag nog steeds. Denk maar aan de Omloop Het Nieuwsblad.
Iedereen wielrenner: het ontstaan van de amateurclubs
Behalve een fiets en enthousiasme had je in de beginjaren dus niet veel nodig om met wielersport te beginnen. Heel wat fietsers hoopten gewoon de volgende wielerheld te worden, en die interesse is er altijd gebleven.
In de jaren 60 en 70 kwam er dan ook nog eens het enthousiasme voor wielertoerisme bij. De Zaeytijd ziet meerdere verklaringen: “Er was een toenemende bewustwording rond milieuproblematiek bijvoorbeeld. Maar de overheid ging ook promoten om meer te bewegen en meer te fietsen.”
Heel wat dorpscafés richtten in die periode een amateurwielerclub op: het café sponsorde de club en de wieleramateurs maakten in ruil daarvoor reclame voor de kroeg op hun shirt.
Nieuwe helden: Merckx en Boonen
Lokale helden bleven ondertussen de koersgekte aanwakkeren. Al was Eddy Merckx natuurlijk meer dan een lokale held. Zo won hij o.a. 5 keer de Ronde van Italië, 5 keer de Ronde van Frankrijk en werd hij 3 keer wereldkampioen. Zijn bijnaam was niet voor niets 'De kannibaal'.
Na het wielerpensioen van Merckx (1978) was het enige tijd wachten op echte nieuwe helden – een noodzaak om de populariteit in stand te houden. Die kwamen er pas echt opnieuw met Johan Museeuw en vooral met Tom Boonen. Boonen zorgde voor een nieuwe absolute hype en piek binnen de wielerwereld, qua belangstelling en media-aandacht.
Wielerhelden zoals Eddy Merckx en Tom Boonen bleven de koersgekste aanwakkeren (Foto Belga, 2006)
Tegelijk stonden de traditionele kermiskoersen door toenemende regelgeving en stijgende kosten onder druk in de jaren 80 en 90. Daardoor viel een stuk van de basis van de populariteit van de koers bij ons weg. Ook het aantal beroepsrenners kende een stevige terugval. Het woord 'crisis' viel wel eens in die periode. Die terugval kwam er in een periode waarin financieel sterkere sponsors (ook de eerste multinationals) hun entree maken en de koers gemondialiseerd werd.
Het succes van de koers vandaag
Vandaag kan je er niet omheen fietsen: de kijkcijfers van het wielrennen zijn bijzonder hoog. Elke zondag zie je ook wel een zwerm fietsers voorbijkomen. Ook dit draagt bij aan het succes van de koers, zegt De Zaeytijd.
“Sporttakken zoals voetbal of zwemmen vinden plaats op een gesloten locatie, waar je speciaal naartoe moet gaan. Als je in de Vlaamse Ardennen woont, zie je wekelijks renners of wielertoeristen passeren. Je kan ook echt in hun zog gaan fietsen.”
Dat is zeker een van de ingrediënten die de koersgekte aanwakkert: het idee dat jij of je zus of buurjongen het zelf hadden kunnen zijn die daar de Paterberg op fietst.
Al is thuis vanuit je zetel naar de Ronde van Vlaanderen kijken, zonder enige ambitie om zelf ooit op de fiets te springen, natuurlijk gewoon leuk. Het is intussen ook een diepgewortelde traditie die van generatie op generatie wordt doorgegeven.
Bron: vrtnws.be en 'Snelle geschiedenis'