De Ochtend
Lieven Boeve: "Lerarenplatform zowel voor jonge als oudere leerkrachten"
di 12 jun. - 3:38
Vrijwel alle basisscholen hebben zich gemeld om deel te nemen aan het initiatief van de lerarenplatforms. Dat moet meer werkzekerheid bieden aan beginnende leerkrachten. De meeste van hen geraken nu niet aan een voltijdse lesopdracht. 7 op de 10 beginnende leerkrachten geraken nog niet aan twee derden van een voltijdse opdracht. Een kwart van hen verlaat het onderwijs dan ook na twee jaar omdat ze geen voltijdse opdracht hebben.
Overheid komt tussen
Leerkrachten die via een lerarenplatform werken, zullen voor minstens 85 procent voor de klas moeten staan. Het overige deel van hun opdracht kunnen ze besteden aan bijscholing of andere pedagogische taken. Dat stuk betaalt de overheid, en zo geraken ze aan een voltijdse baan. Vlaanderen investeert 15 miljoen euro in het systeem.
De meeste basisscholen hebben nu een lerarenplatform uitgewerkt met de scholengemeenschap waartoe ze behoren. Ze kiezen zelf welke leerkrachten ze aanwerven voor hun platform. Die kunnen dan lesopdrachten krijgen in de verschillende scholen die aangesloten zijn bij het platform. Het grootste platform komt in Antwerpen waar zes stedelijke basisscholen samen een platform organiseren met plaats voor 90 beginnende leerkrachten.
Werkzekerheid voor 2.500 leerkrachten
Vlaams minister van onderwijs Hilde Crevits (CD&V) is blij met de grote interesse: "Het belangrijkste voor mij is dat bijna alle basisscholen zich organiseren en aansluiten bij een lerarenplatform. Als je ziet dat beginnende leerkrachten bijna nooit werkzekerheid hebben en je nu 2.500 starters een jaar werkzekerheid kunt geven, dan zal dat toch wel een wereld van verschil maken."
Ook Lieven Boeve, topman van het katholiek onderwijs, is blij met de nieuwe lerarenplatforms. In 'De Ochtend' pleitte hij ervoor om ook oudere leerkrachten die al langer aan de slag zijn, te laten deelnemen aan de platforms. Op die manier kunnen jonge, startende leraren meteen voor een jaar vast in één klas beginnen, vindt hij.
"Ik denk dat dat voor die jonge leraren onmiddellijk een klans biedt om zich te bewijzen en het komt ook hun begeleiding en evaluatie ten goede. En voor oude leraren biedt dat de mogelijkheid om eens iets anders te doen, ook eens in een andere school te komen. Bovendien kan de school hun expertise heel nuttig gebruiken op het ogenblik dat ze geen vervangingen moeten doen."