Ga naar hoofdinhoud

Luister Live

Programma's

Select

Podcasts

Alles begint bij luisteren

ontbreekwoordenboek

Radio 1 Sessies

album van de week

classic album van de week

De Ochtend

Massale vaccinproductie in India: een verhaal van moedige beslissingen in turbulente tijden

wo 31 mrt. - 7:04

Neem nu de vaccinrel tussen Europa en het Verenigd Koninkrijk: de ene dreigde ermee niet meer naar de andere te exporteren, en vice versa. De Verenigde Staten dan: zij willen alle vaccins die ze produceren voor zichzelf houden. Het lijkt alsof de vaccinproductie vooral een westerse zaak is. Niets is minder waar. Een groot deel van de entstoffen in de vaccins tegen corona wordt geproduceerd in India.
vaccin

Laten we duidelijk zijn, het gaat hier over de productie, niet over de ontwikkeling van vaccins.

Alvast wat de coronavaccins betreft, zijn nog heel wat niet-westerse landen betrokken bij het ontwikkelen ervan, onder meer Rusland en China, of ook Vietnam of Cuba. Maar inzake de productie: daar behoort India historisch tot de wereldtop. Met zowat drie miljard vaccins per jaar, tegen een uiteenlopend aantal ziektes, zoals mazelen, tbc of difterie.

Indiaas familiebedrijf is grootste vaccinproducent ter wereld

Een van de Indiase vaccinmakers is zelfs de nummer 1 in de wereld. Op zijn eentje vervaardigt het familiebedrijf Serum Institute of India (SII) de helft van India’s vaccins: jaarlijks 1,5 miljard dosissen. SII heeft zich nu ook op de productie van het coronavaccin gestort. En dat op zich is al een memorabel verhaal, waar de Indiërs best wel trots op mogen zijn. Een verhaal van moedige beslissingen in turbulente tijden.

Maar eerst even naar de ontstaansgeschiedenis van SII. De eigenaars, een familie van oorspronkelijke paardenkwekers, kwamen voor het eerst in aanraking met farmaceutica toen een van hun paarden gebeten werd door een slang. Het enige antigif dat beschikbaar was, moest van een staatsbedrijf komen, en om het te kopen waren er officiële toestemmingen voor nodig. Het duurde vier dagen voor de benodigde papieren in orde waren, te laat voor de redding van het edele ros.

De pater familias besloot daarop om zelf een fabriekje te openen voor de productie van antigif. Het 'Serum Institute of India' in de stad Pune was geboren, we schrijven 1966. Na het antigif volgden al snel vaccins tegen tetanus en andere bacteriële en virale infecties. SII bleef door de decennia heen groeien – ook met eigen onderzoek en ontwikkeling – tot het vorig jaar de grootste vaccinproducent ter wereld werd (op basis van het aantal dosissen). En die mijlpaal viel samen met het verhaal van het coronavaccin.

Een onwaarschijnlijke gok

Het begon vorige lente. Toen farmabedrijven over de hele wereld koortsachtig zochten naar een vaccin dat zou beschermen tegen COVID-19, kreeg SII van farmareus AstraZeneca een staaltje van zijn experimenteel product, dat nog maar in het begin stond van de uitgebreide test-ronde. Niet lang daarna beslisten de oprichter van SII en zijn zoon – de huidige CEO van het bedrijf – om in zee te gaan met AstraZeneca en nog drie andere vaccinontwikkelaars. SII begon meteen met de productie, zelfs al zou dat leiden tot miljoenenverlies als zou blijken dat de vaccins niet doeltreffend waren.

Vanaf december vorig jaar kwamen de verlossende goedkeuringen voor het vaccin van AstraZeneca. In januari konden de eerste ladingen vanuit de fabriek van SII al worden verzonden. Op dit ogenblik produceert het bedrijf zowat 70 miljoen coronavaccins per maand. Het wil die hoeveelheid zo snel mogelijk opschalen tot 100 miljoen per maand, waardoor er tegen het eind van dit jaar in totaal zowat 1 miljard dosissen kunnen zijn geleverd.

Naast het Serum Institute telt India nog verscheidene andere vaccinproducenten. Zo is er Biological E, dat vaccins van Johnson & Johnson (Janssen Pharmaceutica) vervaardigt. En ook Bharat Biotech, dat een eigen Indiaas vaccin heeft ontwikkeld: Covaxin – een beetje omstreden omdat het door de overheid in Delhi al werd goedgekeurd toen fase 3 van de normale testprocedure voor vaccins nog niet was afgerond.

Vaccindiplomatie

India levert vooral aan landen uit Azië, Afrika en Zuid-Amerika (via het zogenaamde Covax-plan van de Verenigde Naties, dat streeft naar een gelijke verdeling van vaccins over de wereld). Sommige arme buurlanden van India krijgen zelfs gratis dosissen. Dat levert goodwill op, zoiets kreeg intussen de naam "vaccindiplomatie". De Chinezen en de Russen zijn daar meesters in – ook in hun relatie met Europese landen zoals Hongarije of Servië –, maar India doet het niet minder goed.

India is een bondgenoot van het Westen, en daarom krijgt het van die kant ook steun. Onlangs beslisten de Verenigde Staten om financiële ondersteuning te verlenen aan de Indiase vaccinproducenten, zodat die in staat zijn om nog eens een miljard extra dosissen te vervaardigen. Dat gebeurde in het kader van de zogenoemde Quad (een alliantie van de VS, Australië, Japan en India), en de steun is duidelijk bedoeld om een tegengewicht te vormen voor het Chinese vaccinoffensief.

Toch ook tegenslag

Tegenslag hebben de Indiërs al wel gehad. Zo ontstond er brand in een van de gebouwen van SII in Pune. Daarbij vielen vijf doden, maar het ongeluk had weinig invloed op de productie van het vaccin.

Problematischer zijn de problemen met de levering van allerhande producten die nodig zijn om vaccins te kunnen produceren en leverbaar te maken. Zo hebben de Verenigde Staten – om hun eigen productie veilig te stellen – de export van bijvoorbeeld filters, chemicaliën en dragers voor celculturen "on hold" gezet. Daardoor zijn de beloofde leveringen van het AstraZeneca-vaccin (dat in India Covishield heet) aan het Verenigd Koninkrijk gehalveerd.

En ook andere export werd verminderd, op bevel van de Indiase overheid. Dat heeft in niet geringe mate te maken met het sputterende vaccinatieprogramma voor de eigen inwoners. India heeft een bevolking van bijna 1,4 miljard inwoners, en het land telt het op twee na hoogste aantal coronabesmettingen ter wereld (12 miljoen, na de VS en Brazilië).

Begin augustus wil de overheid 300 miljoen mensen hebben gevaccineerd. Maar op dit ogenblik zitten ze nog maar net boven de 40 miljoen. Tegen dit tempo duurt het tien jaar voor alle inwoners een prik hebben gekregen. Precies op het ogenblik dat er een inheemse Indiase variant van het coronavirus is vastgesteld. Een dubbele mutant, het klinkt al akelig.

India ook in de toekomst een vaccinmaker van formaat

Maar dat alles neemt niet weg dat India wereldwijd een onwaarschijnlijk belangrijke plaats behoudt op het vlak van de vaccinproductie. Misschien zullen ze daar zelfs een rol spelen in het gedeeltelijk aanvullen van de tekorten in de Europese Unie. Het Europese Geneesmiddelenagentschap onderzoekt namelijk of de leveringsproblemen van het AstraZeneca-vaccin kunnen worden opgelost door gebruik te maken van de capaciteit in de fabriek van het Serum Institute of India.

Datzelfde instituut heeft overigens grootse toekomstplannen. Het is nu al bezig met de bouw van productie-eenheden die klaar moeten zijn om het hoofd te bieden aan komende pandemieën. Die faciliteiten – ter waarde van 250 miljoen euro – moeten in staat zijn om nog eens een bijkomend miljard vaccins te vervaardigen. Geen project van de Indiase overheid. Gewoon van een familiebedrijf.

Beluister het gesprek met Saskia Konniger, correspondente in India, in 'De Ochtend'

Bron: vrtnws.be en 'De Ochtend'

Lees ook:

Blijf op de hoogte

Ontdek de beste podcasttips, beluister het meest recente nieuws en doe mee aan exclusieve acties.

Volg ons op
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Jobs

Privacy

Gebruiksvoorwaarden

Heb je een vraag?

Contact

Wedstrijdreglement

Logo UitInVlaanderenLogo Cim Internet