Meer aandacht voor preventie van infecties in woonzorgcentra, maar er zijn nog werkpunten

De Zorginspectie, het controleorgaan van het Agentschap Zorg en Gezondheid, onderzocht in 540 van de 824 instellingen (goed voor 66 procent van de erkende Vlaamse woonzorgcentra) hoe hun dagdagelijkse praktijk van infectiepreventie eruitziet. Het ging niet echt om een klassieke inspectie, de Zorginspectie spreekt zelf over een "toezichtsronde".

Inspecteurs bezochten de woonzorgcentra onaangekondigd en brachten hun dagdagelijkse infectiepreventie in kaart: welke maatregelen voeren ze nu al uit, welke kunnen ze nog extra nemen? Zo kregen ze als het ware een spiegel voorgehouden: wat doen ze nu al goed, waar is er ruimte voor verbetering?

De toezichtsronde werd gehouden tussen juli en december 2020, tijdens de tweede grote COVID-19-besmettingsgolf. Woonzorgcentra waar een coviduitbraak was, werden niet bezocht.

"We hebben die niet aan hun lot overgelaten", zegt Karine Moykens van het Departement Welzijn in 'De Ochtend'. "Als er in woonzorgcentra twee of meer besmettingen worden vastgesteld dan worden zij opgevolgd door het "outbreak support team". Dat wordt ook bemand door inspecteurs van de Zorginspectie samen met de Gezondheidsinspectie. Die woonzorgcentra krijgen dan ook tips over wat er beter kan. Maar we hebben dat gescheiden willen houden in dit rapport."

(lees verder onder de foto)

Wastafels met handgel tot niet-steriele handschoenen

Aan de hand van een lijst met 290 vragen werd hun preventiebeleid voor infecties in beeld gebracht: is er ontsmettingsgel in de buurt van wastafels, worden er wegwerp handddoekjes gebruikt?

Dragen de verzorgenden het mondneusmasker correct? Ontsmetten ze hun handen regelmatig? Wisselen ze vaak genoeg niet-steriele handschoenen? Het is maar een greep uit de vele hygiënemaatregelen die onder de loep werden genomen en die belangrijk zijn om infecties te voorkomen.

Goede praktijken, maar nog werkpunten

Eerst de goede praktijken. Bijna alle (90 procent) van de onderzochte woonzorgcentra hebben hun preventiebeleid rond infecties in schriftelijke afspraken vastgelegd.

Mondneusmaskers werden vrijwel overal correct gedragen en ook de hygiëneregels voor de handen (verzorgde nagels, korte mouwen , ontsmetten handen) worden door 85 procent van het personeel goed opgevolgd.

Wat wel beter kan, is de hygïene aan wastafels. In 44 procent van de onderzochte centra waren die wastafels niet volledig uitgerust met het materiaal voor een correcte handhygiëne. "Dat gaat over vrij eenvoudige zaken die makkelijk op te lossen zijn", zegt Moykens. "Bijvoorbeeld een dispenser met vloeibare zeep, de wegwerphanddoeken, instructies over hoe je de handen correct kunt wassen en een vuilnisbak die je niet met je handen moet bedienen, maar met je voet of een open vuilnisbak. Als één element ontbreekt, dan krijgen ze dat mee als tip. Dat kan heel snel opgelost worden."

Een ander aandachtspunt waren de handgeldispensers in de buurt van de kamers van de bewoners. Die ontbraken nog in 61 procent van de instellingen.

Ventilatie

Ventilatie komt niet voor in het rapport. Volgens Moykens is dat niet over het hoofd gezien. "Controle is niet het enige instrument dat de overheid heeft. Ventilatie staat wel in de algemene richtlijnen die al sinds april worden uitgestuurd naar onze woonzorgcentra. We hebben hard gewerkt om kenbaar te maken wat de woonzorgcentra op dat vlak juist moeten doen. Die richtlijnen hebben we in december ter beschikking gesteld van de woonzorgcentra. We hebben hier in eerste instantie willen informeren en sensibiliseren, niet onmiddellijk controleren."

Beluister het gesprek met Karine Moykens in 'De Ochtend':

Bron: vrtnws.be en 'De Ochtend'

Lees ook: